Lozingsvoorschriften voor het reinigen, lijmen en coaten van hout en kurk

Onder afdeling 4.3 van het Activiteitenbesluit zijn de activiteiten over reinigen, lijmen en coaten van hout en kurk opgenomen. Bij het reinigen, lijmen en coaten van hout en kurk komt afvalwater vrij.

Vindplaats

De voorschriften voor het lozen van afvalwater afkomstig van reinigen, lijmen en coaten van hout en kurk zijn opgenomen in § 4.3.2, artikel 4.26 van het Activiteitenbesluit.

Voor deze activiteit heeft men alleen de lozing op het vuilwaterriool geregeld. Voor lozingen in de bodem of in een hemelwaterriool moeten initiatiefnemers een maatwerkvoorschrift op basis van Artikel 2.2 Activiteitenbesluit aanvragen.

Voor een lozing in oppervlaktewater is een Waterwetvergunning nodig. De waterkwaliteitsbeheerder is in dat geval bevoegd gezag. Afhankelijk van de keur kan dit met een reguliere vergunning (korte procedure volgens de Algemene wet bestuursrecht).

De activiteit staat in hoofdstuk 4 van het Activiteitenbesluit. Daarom gelden de voorschriften alleen voor type A/B-bedrijven. Ze gelden niet voor type C bedrijven. Een inrichting type B moet deze activiteit vier weken voor de start melden. Een type C moet hiervoor een vergunning aanvragen of een wijziging aanvragen.

Er kan afvalwater vrijkomen bij deze activiteit. Als type-C bedrijven dit willen lozen, moet het bevoegde gezag deze lozing regelen in de omgevingsvergunning. Dit geldt voor lozen op de riolering en op de bodem. Bij een lozing in het oppervlaktewater is een watervergunning nodig.

In de oorspronkelijke tekst van het Activiteitenbesluit is een nota van toelichting (pdf, 61 kB) opgenomen.

BBT

De emissiegrenswaarden die in het artikel zijn genoemd, zijn gebaseerd op de toepassing van best beschikbare technieken (zie ook de Nota van toelichting).

Voor de reiniging van hout, dat wil zeggen het verwijderen van oude verflagen, wordt natronloog of dichloormethaan (methyleenchloride) toegepast. Het afvalwater van loogbedrijven kan zware metalen (vooral zink en lood) bevatten. In het afvalwater van bedrijven die dichloormethaan gebruiken kunnen ook andere vluchtige organohalogeenverbindingen aanwezig zijn.

De beperking van de emissie van zware metalen kan voor effectiviteit en kosten het beste plaatsvinden door toepassing van flocculatie/sedimentatie. De beperking van de emissie van vluchtige organohalogeenverbindingen kan het beste worden bewerkstelligd door het beluchten of luchtstrippen van het afvalwater. De behandeling van met dichloormethaan verontreinigde lucht kan plaatsvindendoor actieve kool.

Verboden en voorwaarden

Afvalwater afkomstig van het reinigen, coaten of lijmen van hout of kurk of houten, kurken of houtachtige voorwerpen bevat in een representatief etmaalmonster niet meer dan 2 milligram lood per liter en 2 milligram zink per liter. Voor steekmonsters gelden een factor drie hogere waarden.

Afvalwater dat meer dan 3 milligram vluchtige organohalogeenverbindingen (uitgedrukt als chloor per liter) in enig steekmonster bevat, mag niet worden geloosd.

Controleaspecten

  • Kan het te lozen afvalwater op een doelmatige wijze worden bemonsterd?
  • Worden de best beschikbare technieken toegepast?