20. Externe veiligheid

Deze activiteiten 1 t/m 5 moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Activiteit 5 wordt bij voorkeur door bovenregionale samenwerkingsverbanden en/of gespecialiseerde bureaus uitgevoerd. Dit geldt ook voor activiteit 6, omdat een relatief groot en ruimtelijk complex grondgebied nodig is om met voldoende frequentie het grote aantal verschillende typen situaties te kunnen beoordelen.

  1. Inbrengen aspecten externe,- en procesveiligheid in het kader van vergunningverlening, toezicht en handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit (inclusief toepassing PGS richtlijnen).
  2. Het bijhouden van de EV-situatie (risicokaart)..
  3. Vaststellen EV-situatie op basis van het RNVGS (relatie kunnen leggen tussen risicobronnen en ruimtelijke situatie en ontwikkelingen).
  4. Toetsen ontvankelijkheid QRA en het inhoudelijk beoordelen van het resultaat van een QRA.
  5. Maken van QRA's in het kader van BEVI, RNVGS, Buisleidingen.
  6. Advisering ten aanzien van verantwoorden groepsrisico (inclusief beheersmaatregelen).