Achtergrond Waterschapswet

De Grondwet vereist voor de waterschappen een aparte organieke wet, de Waterschapswet. Deze wet is met de Wet modernisering waterschapsbestel in 2008 gewijzigd.

De Grondwet (artikel 133) vereist voor de waterschappen een aparte zgn. organieke wet, de Waterschapswet. Zoals er ook, maar al veel langer, voor provincies en gemeenten organieke wetten bestaan: de Provinciewet, respectievelijk de Gemeentewet. De Waterschapswet is van 1991 en regelt de opheffing en instelling van waterschappen. Ook geeft de Waterschapswet regels omtrent de taken en inrichting van de waterschappen en de samenstelling van hun besturen. De Waterschapswet regelt vervolgens de verordenende bevoegdheden van de waterschapsbesturen, de openbaarheid van hun vergaderingen en tot slot het toezicht op die besturen. Waar aan provincies en gemeenten meer artikelen in de Grondwet zijn gewijd, volstaat voor de waterschappen artikel 133. Dat artikel bevat een directe opdracht aan de wetgever.

De laatste grote wijziging van de Waterschapswet was met de Wet modernisering waterschapsbestel (Vergaderjaar 2005-2006, kamerstuk 30601, nr. 2 en nr. 3). De Wet modernisering waterschapsbestel heeft onder meer de bestuurssamenstelling, verkiezingen en het belastingstelsel van de waterschappen gewijzigd met als doel de democratische legitimatie en transparantie van waterschappen te vergroten en de Waterschapswet te vereenvoudigen.