Inhoud van Waterschapswet

In de Waterschapswet zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de taken en inrichting van de waterschappen en de samenstelling van hun besturen. Op basis van deze wet hebben waterschappen een verordende bevoegdheid en kunnen ze belastingen heffen.

Functionele decentrale openbaar lichaam

Artikel 1 van de Waterschapswet geeft aan wat waterschappen zijn en welke taken aan hen worden opgedragen. Dat is een belangrijk verschil met de regeling voor provincies en gemeenten. Waterschappen zijn ook openbare lichamen, net als provincies en gemeenten, maar hun taken zijn beperkt tot (onderdelen van) het waterbeheer, terwijl de andere twee soorten openbare lichamen een open huishouding hebben en daarmee behoren tot de algemene democratie. Waterschappen zijn functionele decentrale openbare lichamen en kennen een territoriale begrenzing, waar mogelijk geënt op de watersysteemgrenzen.

Aan waterschappen is de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater opgedragen. Daarnaast kan de zorg voor een of meer andere waterstaatsaangelegenheden zijn of worden opgedragen, zoals de (vaar)wegenzorg.

Decentralisatiebeginsel

Artikel 2 van de Waterschapswet bevat het decentralisatiebeginsel: waterschappen zijn met de taken uit artikel 1 (regionaal watersysteembeheer) belast, tenzij dat niet verenigbaar is met het belang van een goede organisatie van de waterstaatkundige verzorging (van het betreffende gebied). Het decentralisatiebeginsel vormt een uitgangspunt voor de toedeling van het beheer.

Overige hoofdstukken

De regeling van het bestuur en de inrichting vinden we in de hoofdstukken I t/m IX. Hoofdstuk VIa (vanaf artikel 51b Waterschapswet) gaat over de ombudsman of ombudscommissie.
In artikel 61 waterschapswet (hoofdstuk IX) staat dat het waterschapsbestuur bevoegd is tot het opleggen van een last onder dwangsom. De artikelen 73 t/m 76 betreffen de bekendmaking van besluiten. De hoofdstukken X, XI en XII gaan over de bevoegdheid van het algemeen bestuur respectievelijk van het dagelijks bestuur en van de voorzitter. Een bevoegdheid van het algemeen bestuur is het opstellen van de waterbeheerverordening (Keur).

Financiën waterschap

Niet onbelangrijk zijn de hoofdstukken over de financiën van het waterschap. Hoofdstuk XIII en XIV regelen algemene zaken en de begroting en jaarrekening. Hoofdstuk XV gaat over de administratie en controle.

Belastingen

Zowel de Waterwet (Hoofdstuk 7) als de Waterschapswet (Hoofdstuk XVI) bevat een regeling over belastingen. De belastingen uit de Waterschapswet worden uitsluitend geheven door waterschappen: de watersysteemheffing in hoofdstuk XVII, de heffing ter bekostiging van het wegenbeheer in hoofdstuk XVIIa en de zuiveringsheffing in hoofdstuk XVIIb. Hoofdstuk XVIII betreft de heffing en invordering, in aanvulling op de regeling in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).

De Waterschapswet besluit met een regeling, in aanvulling op de regeling daarover in de Algemene wet bestuursrecht, over schorsing en vernietiging (XXI) en over het toezicht op interprovinciale waterschappen (XXII).