Waterakkoorden

Beheerders van watersystemen stellen binnen een zelfde stroomgebieddistrict zogenaamde waterakkoorden vast. Dat is nodig voor een samenhangend en doelmatig waterbeheer. Beheerders mogen ook zelf het initiatief nemen om een vrijwillig waterakkoord aan te gaan. Beheerders zoals hier bedoeld in de Waterwet, zijn aan de ene kant het Rijk en aan de andere kant de waterschappen.

In artikel 3.7 Waterwet is de regeling voor de waterakkoorden opgenomen.

In de waterakkoorden regelen de beheerders die aspecten van het beheer die hun eigen beheersgebied overstijgen ten opzichte van elkaar. Ook andere overheden dan de waterbeheerders kunnen worden betrokken bij het waterakkoord. Die andere overheden moeten wel waterstaatkundige taken vervullen. Bijvoorbeeld gemeenten, die zorgplichten voor stedelijk waterbeheer hebben of vaarwegtaken uitvoeren. Hetzelfde geldt voor provincies, bijvoorbeeld als het gaat om grondwatertaken.

Wat kan geregeld worden in een waterakkoord?

In een waterakkoord worden concrete samenwerkingsafspraken opgenomen, waarmee doelen kunnen worden gerealiseerd. Het gaat om de concrete uitvoering. Voorbeelden van zaken die in een waterakkoord kunnen worden geregeld zijn:

  • aan- en afvoer van water (bijvoorbeeld in tijden van droogte),
  • minimale kwaliteit van aan- en af te voeren water en
  • te nemen maatregelen bij extreme omstandigheden.

In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of in een provinciale verordening kunnen nog nadere regels worden gesteld over waterakkoorden. In het Waterbesluit, de AMvB bij de Waterwet, zijn geen nadere eisen gesteld aan waterakkoorden.

Voorbeelden van bestaande waterakkoorden zijn:

In 2018 is de Leidraad Waterakkoorden verschenen.


Zie ook in de handboek Water

Zie op de website van de Helpdesk Water