Regeling beoordeling en standaardrekenmethoden

Vraag

Welke standaardrekenmethode moet ik gebruiken om luchtkwaliteitberekeningen in het kader van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 te doen?

Antwoord

In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit zijn regels vastgelegd over de manier waarop luchtkwaliteitonderzoeken moeten worden uitgevoerd. Het gaat om de onderzoeken ter onderbouwing van bijvoorbeeld bestemmingsplannen en vergunningen (uitvoering van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer = uitoefening van bevoegdheden) en dus niet over de manier waarop berekeningen/metingen worden uitgevoerd in het kader van de rapportageplicht. Overigens mag de regeling beoordeling ook toegepast worden bij de uitoefening van andere bevoegdheden. 

VROM verstrekt elk jaar generieke gegevens (bijv. achtergrondconcentraties, emissiefactoren en meteorologische gegevens) die gebruikt worden bij het uitvoeren van berekeningen. Het berekenen van de luchtkwaliteit gebeurt volgens drie standaard rekenmethoden.

Er wordt daarbij onderscheid gemaakt voor berekeningen bij wegen binnen een stedelijke omgeving (methode 1) en wegen in het open veld (methode 2). Het gebruik van het CAR-II-model voldoet aan methode 1, het VLW-model voldoet aan methode 2. Het berekenen van de luchtkwaliteit als gevolg van een punt- of oppervlaktebron van een vergunningplichtige inrichting gebeurt door middel van de standaardrekenmethode 3 (gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model (NNM)).

Andere generieke gegevens of rekenmethoden mogen ook gebruikt worden. Daarvoor is wel toestemming van VROM vereist.