Optellen concentraties van verschillende bronnen

Vraag

Hoe moeten de concentraties van diverse bronnen in een luchtkwaliteitsonderzoek worden opgeteld?

Antwoord

Bij het toetsen van de concentraties aan de grenswaarden of de bijdragen aan de IBM-grenzen dient rekening te worden gehouden met alle relevante bronnen. Dit kunnen punt- of oppervlaktebronnen (bijvoorbeeld industriële of agrarische) zijn, maar ook lijnbronnen (bijvoorbeeld verkeer) horen hierbij. De werkwijze is om bij de ‘blootgestelde objecten' (bijvoorbeeld bij een huis of op een wandelpad) de totale jaargemiddelde concentraties PM10 of NO2 of dagnormoverschrijdingen PM10 te berekenen.

In Bijlage 1 onder 7 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (RBL) wordt het optellen van concentratiebijdragen nader uitgelegd, hieronder staat een korte uitleg.

Jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10

Als eerste kunnen de concentraties ten gevolge van punt- of oppervlaktebronnen ter hoogte van de beoordelingspunten worden berekend. Vervolgens kunnen in de rekenmodellen CAR of ISL2 deze bijdragen worden opgeteld bij de berekende bijdrage van het verkeer (bijvoorbeeld bestemmingsverkeer van en naar de inrichting). Ook de achtergrondconcentratie wordt in deze modellen berekend op de betreffende beoordelingspunten. Voor fijnstof kunnen alle concentraties direct worden opgeteld. Bij stikstofdioxide kunnen de bijdragen van meerdere lokale bronnen niet direct bij elkaar worden opgeteld. De werkwijze voor het optellen van NO2 is:

  • bereken de jaargemiddelde concentratiebijdrage NOx van de bronnen;
  • bereken de totale jaargemiddelde concentratiebijdrage NOx;
  • bereken, op basis van een percentage direct uitgestoten NO2, de totale jaargemiddelde concentratiebijdrage NO2.

Meer informatie is ook te vinden in de handleiding CAR. Tot slot van het luchtkwaliteitsonderzoek kan de totale bijdrage of de totale concentratie worden getoetst aan de IBM-grens of aan de jaargemiddelde grenswaarde.

Dagnormoverschrijdingen PM10

Voor het toetsen aan de dagnorm PM10 worden de volgende stappen doorlopen:

  • bereken het aantal overschrijdingsdagen op het rekenpunt als gevolg van de achtergrondconcentratie én de bijdrage van inrichtingen met standaardrekenmethode 3 (zie RBL, artikel 75) of een andere methode die is goedgekeurd door de Minister van IenM (zie RBL artikel 76);
  • bereken de bijdrage van het verkeer op een wegdeel aan het aantal overschrijdingsdagen op het rekenpunt door middel van standaardrekenmethode 1 of 2. Dit is de bijdrage exclusief de bijdrage ten gevolge van de achtergrondconcentratie;
  • bereken het totaal aantal overschrijdingsdagen op het rekenpunt door het afgeleide aantal overschrijdingsdagen door het wegverkeer (stap 2) op te tellen bij het berekende aantal overschrijdingsdagen als gevolg van de inrichtingen en de achtergrondconcentraties (stap 1);
  • maak gebruik van de dubbeltellingcorrectiemethode (halverwege de pagina) voor het aantal overschrijdingsdagen.