Het aantal kg vaste stof moet bepaald zijn door het vaste-stofgehalte (zie hieronder) van alle producten per activiteit te vermenigvuldigen met de verbruikshoeveelheden van deze producten over het boekhoudjaar (dit is de hoeveelheid product ingekocht + voorraadverschil - niet gebruikt zoals ongeopend doorverkocht, retour leverancier of buiten de inrichting/activiteit gebruikt). Poedercoatings e.d. die VOS-houdende producten vervangen, mogen meegerekend worden.
Bij de hoeveelheid vaste stof gaat het dus telkens om de hoeveelheid die in het jaar waarop de boekhouding betrekking heeft, in een activiteit is ingezet. Er bestaat geen vast referentiejaar. Het vaste-stofgehalte is vaak door de leverancier opgegeven of kan soms worden afgeleid van andere productinformatie:
vaste-stofgehalte (%) = 100% - gehalte VOS (%) - gehalte water (%)
Bij een productverbruik in liters moet het gehalte in gram/liter worden bepaald. Als de hoeveelheid vaste stof niet berekend kan worden, moet het bedrijf via de leverancier duidelijkheid krijgen, of metingen aan de gehalten laten doen, anders kan de vastestofregeling niet toegepast worden.
Indien voor bepaalde producten geen VOS gehalten opgegeven zijn en niet uit informatie van leveranciers te achterhalen zijn, kunnen de volgende worst-case-gehalten (massaprocenten) gebruikt worden: inkt 20%, coating 65%, lak 70%, lijm 90% en reinigers/verdunners 100%