Definities en begrippen Informatieblad Oplosmiddeleninstallaties - Toelichting afgaseis (Regime 2)

Deze pagina geeft een overzicht van belangrijke definities en begrippen voor oplosmiddeleninstallaties, zoals opgenomen in afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit en bijlage VII van de Richtlijn Industriële Emisies.

Uitgebreide definities van de VOS-stromen van de oplosmiddelenboekhouding staan in hoofdstuk 4.5 van de Handleiding Oplosmiddeleninstallaties.

Klik hieronder op de beginletter van het gezochte begrip of klik op * voor een overzicht van alle begrippen.




C-factor

De C-factor is nodig voor het omrekenen van emissies van mg VOS/m³ naar mg C/m³ en andersom. Deze factor kan worden berekend door de molmassa van alle koolstof atomen in het afgas te delen door de molmassa van alle atomen in het afgas. Bij emissies van verschillende stoffen is dit vaak te ingewikkeld en moet de C-factor in een laboratorium vastgesteld worden (GS/MS).

O5: VOS verwijderd uit afgas

Als gebruik gemaakt wordt van nabehandelingsapparatuur moet per activiteit bepaald worden hoeveel VOS daarin wordt opgevangen of vernietigd. Dit kan door het meten van de afgasconcentratie vóór en ná de nabehandeling (het concentratieverschil). Het aantal kg afgevangen VOS (O5) is dan:

concentratieverschil VOS (mg/m³) x afgasdebiet (m³/uur) x emissietijd (uur/jaar) x 10-6 (kg/mg)

Als het concentratieverschil niet in mg VOS/m³ is gemeten maar in mg C/m³, dan moet de uitkomst nog gedeeld worden door de C-factor. Verder zou een van beide metingen achterwege kunnen blijven als er onderbouwde en betrouwbare gegevens beschikbaar zijn van verwijderingsrendementen van nabehandelingsapparatuur. Als bijvoorbeeld de emissieconcentratie na de nabehandeling (C na), en het rendement (R) daarvan bekend zijn, is het concentratieverschil:

[C na] / [100% - R (%)] - C na

Als metingen of aannames niet gebaseerd zijn op worst-case scenario’s dan moet aangetoond worden dat ze gebaseerd zijn op representatieve bedrijfsomstandigheden. Aangeraden wordt als bevoegd gezag aanwezig te zijn bij metingen om de omstandigheden te kunnen beoordelen. Het bepalen van O5 kan soms niet nauwkeurig genoeg.

Het combineren van afgasstromen om te koelen of te verdunnen indien dit technisch gerechtvaardigd is, is toegestaan. Deze extra afgasstromen mogen echter niet worden meegeteld (gemeten of berekend) bij het beoordelen of een bepaalde afgasstroom aan afdeling 2.11 voldoet (art. 2.11 lid 4 regeling).