Mogelijkheden tot maatwerk

Maatwerk ZZS: onderzoeksplicht

In bepaalde gevallen kan het bevoegd gezag met maatwerk toestaan dat het bedrijf niet elke vijf jaar de verplichte informatie aanlevert (Activiteitenbesluit artikel 2.4 lid 4). Als het belang van de bescherming van het milieu het toelaat kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift toestaan dat er een:

  1. Ontheffing is van de verplichting.
  2. Fasering is in het voldoen aan de verplichting

Meer informatie staat in de handleiding ZZS.

Maatwerk ZZS: type C bedrijven

Het bevoegd gezag kan met maatwerk een afwijkende emissiegrenswaarde vastleggen. Voor diffuse emissies is een emissiegrenswaarde niet gebruikelijk. Het bevoegd gezag kan in dat geval andere eisen stellen om deze diffuse emissie te verminderen. Dit volgt uit artikel 2.4 lid 8 en 9 van het Activiteitenbesluit.

Meer informatie staat op de pagina 'Emissiegrenswaarden' van de handleiding ZZS.

Maatwerk ZZS: type A en B bedrijven

Bij type A bedrijven worden geen relevante emissies van ZZS verwacht. Voor type A en B bedrijven gelden de voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Deze hoofdstukken regelen de emissies via het toepassen van BBT. Uitgangspunt is dat deze voorschriften voldoende milieubescherming bieden.

Komen wel relevante emissies van ZZS vrij, dan bekijkt het bevoegd gezag van geval tot geval welke eisen en maatregelen nodig zijn. Artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit (zorgplichtartikel) vormt de basis voor het stellen van aanvullende voorschriften. Het bevoegd gezag legt deze voorschriften vast in een maatwerkbesluit.

Het bevoegd gezag kan wel voor type B bedrijven in voorkomende gevallen eisen stellen aan de locatie en uitvoering van het emissiepunt van ZZS. Dit staat in artikel 2.4 lid 8b van het Activiteitenbesluit.

Maatwerk afwijken van de emissiegrenswaarde, eisen stellen aan diffuse emissies of andere eisen stellen

Artikel 2.7 lid 1 van het Activiteitenbesluit geeft een maatwerkmogelijkheid die geldt voor alle stoffen behalve de zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het bevoegd gezag kan afwijken van de emissiegrenswaarden en vrijstellingsbepaling zoals genoemd in artikel 2.5 en 2.6 van het Activiteitenbesluit.

Voor diffuse emissies is een emissiegrenswaarde niet gebruikelijk. Het bevoegd gezag kan daarom eisen stellen aan diffuse emissies via een maatwerkbesluit. Ook kan het bevoegd gezag via een maatwerkbesluit andere eisen stellen om luchtverontreiniging te voorkomen.

Meer informatie staat op de webpagina Afwijken van de emissiegrenswaarde.

Maatwerk kosteneffectiviteit

Voor de stoffen NOx, SO2, VOS en stof staan in het Activiteitenbesluit kostenranges voor de kosteneffectiviteit. Ligt de berekende kosteneffectiviteitswaarde binnen het afwegingsgebied, dan doet het Activiteitenbesluit geen uitspraak over de kosteneffectiviteit. Een uitspraak over kosteneffectiviteit is niet zonder meer mogelijk. Het bevoegd gezag bepaalt dan in een maatwerkbesluit of de maatregel in een individueel geval kosteneffectief is. Dit volgt uit artikel 2.7 lid 8 van het Activiteitenbesluit.

Maatwerk controleren van emissies

Artikel 2.7 lid 10 van het Activiteitenbesluit geeft de mogelijkheid tot maatwerk voor het controleren van emissies. Deze mogelijkheid heeft het bevoegd gezag als:

  • Het bedrijf een andere maatregel neemt dan de Activiteitenregeling noemt.
  • De emissiebeperkende techniek in combinatie met de geëmitteerde stoffen leidt tot hoge storingsgevoeligheid, er veel onderhoud nodig is of dat er veel fluctuaties zijn in de aard en grootte van de emissie.
  • De aard en grootte van de emissie daar aanleiding tot geven.
  • De grootte van de storingsemissie daartoe aanleiding geeft.

Maatwerk voor onderhoud en controle van een emissiebeperkende techniek

Mogelijk volgt uit een toezichtbezoek dat het bedrijf geen of onvoldoende onderhoud verricht aan een emissiebeperkende techniek. Het bevoegd gezag heeft dan de mogelijkheid verdere eisen te stellen voor onderhoud en controle. Dit staat in artikel 2.7 lid 11 van het Activiteitenbesluit.

Maatwerk voor geur

Beoordeelt het bevoegd gezag de geur als onaanvaardbaar, dan kan het bevoegd gezag hier aanvullende eisen aan stellen. Dit volgt uit artikel 2.7a lid 4 van het Activiteitenbesluit. De eisen kunnen gaan over:

  • geuremissies van de bronnen
  • geurbelasting van de leefomgeving
  • technische maatregelen
  • gedragsregels

Maatwerk meetcontrolevorm

In tabel 2.8 van het Activiteitenbesluit staan de meetcontrolevormen. Het bevoegd gezag kan hiervan gemotiveerd afwijken op basis van artikel 2.8 lid 4 van het Activiteitenbesluit.

Maatwerk accreditatieplicht

Het bevoegd gezag kan de uitvoering van metingen toestaan door een niet-geaccrediteerde meetinstantie. De kwaliteit en de onafhankelijkheid zijn belangrijke aandachtspunten. Daarnaast blijft gelden dat de metingen voldoen aan de meetnormen. Dit staat in artikel 2.8 lid 6 van het Activiteitenbesluit.