Controle- en meetplan

Controleplan

Voor zowel het bedrijf als het bevoegd gezag is het praktisch om alle zaken over het controleren van emissies op te nemen in een controleplan. Dit voorkomt ook dat voor iedere meting het bedrijf een nieuw meetplan moet opstellen. Het bedrijf kan in dit controleplan ook zaken opnemen over onderhoud en inspectie van een reinigingstechniek of procesgeïntegreerde maatregel.

Een controleplan bestaat uit:

  • de bepaalde controlevorm (en frequentie)
  • kwaliteitsborging continue meetapparatuur
  • meetplan
  • frequentie van de werkzaamheden van onderhoud en inspectie
  • organisatie van onderhoud en inspectie
  • hoe en wat registreert het bedrijf over onderhoud en inspectie

Het is aan te raden om dit controleplan af te stemmen met het bevoegd gezag.

Het bedrijf is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de metingen, onderhoud en inspectie volgens het controleplan.

Controleren goede werking reinigingstechniek

Het controleren van de goede werking van een reinigingstechniek of procesgeïntegreerde maatregel gebeurt door onderhoud en inspecties.

Onder onderhoud valt het op regelmatige basis uitvoeren van werkzaamheden om de goede werking van een techniek te handhaven. Uitvoering van onderhoud kan plaatsvinden door de leverancier of een technisch deskundige binnen of buiten het bedrijf. Bepaling van de aard en frequentie van de werkzaamheden kan op basis van de specificaties van de leverancier of uit informatie over een vergelijkbare installatie.

Het bedrijf toont door een registratie aan of het bedrijf voldoet aan de gemaakte afspraken. Deze afspraken staan in het controleplan. In verband hiermee kan registratie van het energie- en hulpstoffenverbruik ook van belang zijn. Voorbeelden zijn elektriciteit, chemicaliën, technische onderdelen.

Naast onderhoud vindt ook inspectie plaats. Onder inspectie valt het op regelmatige basis vaststellen van de daadwerkelijke goede werking van de installatie. Inspectie vindt minimaal jaarlijks plaats, of als daartoe aanleiding is. Een aanleiding kan bijvoorbeeld zijn op basis van de resultaten van emissierelevante parameters (ERP’s) of metingen.

Bepaling van de aard en frequentie van de inspectie-activiteiten kan op basis van specificaties van de leverancier of informatie over een vergelijkbare installatie. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om:

  • een periodieke visuele inspectie van de apparatuur,
  • de beoordeling van relevante parameters,
  • de controle van de registratie van onderhoudsactiviteiten, en
  • voor zover van belang, het energie- en hulpstoffenverbruik.

Het overzicht van ERP’s kan een beeld geven van de parameters die voor de verschillende technieken van belang zijn. Ook kunnen eventueel waarden van ERP’s en/of meetresultaten worden beoordeeld. Diegene die de inspecties uitvoert registreert de uitkomsten van deze inspectie. Het bedrijf moet gesignaleerde problemen zo spoedig mogelijk verhelpen.

Het is van belang dat de genoemde punten hierboven over onderhoud en inspectie opgeschreven staan, bijvoorbeeld in het controleplan. Invulling aan onderhoud en inspectie kan ook door het afsluiten van een contract met een externe partij zoals de leverancier.

Meetplan

Volgens de norm NEN-EN 15259 moet voor de start van iedere meting een meetplan aanwezig zijn. Dit meetplan behandelt de aspecten uit deze webpagina. Het bedrijf werkt dit uit, eventueel in overleg met een meetdeskundige.

Een meetplan bevat:

  • informatie over de meetplaats en in hoeverre deze aan de eisen voldoet
  • de te gebruiken meetnormen
  • kwaliteitsboring van de uitvoerder van de afzonderlijke metingen
  • tijdstip en tijdsduur van uitvoering van de afzonderlijke metingen
  • bedrijfsomstandigheden waarbij de meetinstantie de metingen uitvoert
  • meetonzekerheden van de uit te voeren metingen
  • verwerking, registratie en beschikbaarheid van meetgegevens en meetrapportage