Type A bedrijven

Type A bedrijven zijn niet melding- of vergunningplichtig. Dit zijn bedrijven die minder milieubelastende activiteiten uitvoeren. Wel gelden de voorschriften uit hoofdstuk 3 of 4 voor die activiteiten. Toch is de kans op onaanvaardbare milieubelasting bij geen enkele activiteit uit te sluiten. Daarom gelden de algemene voorschriften voor lucht uit afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit ook voor type A bedrijven.

Hoofdstuk 3 en 4 Activiteitenbesluit

Bij type A bedrijven kunnen voorschriften uit hoofdstuk 3 of 4 van het Activiteitenbesluit gelden. Dit volgt uit artikel 1.2 i van het Activiteitenbesluit. In deze gevallen geldt geen meldingsplicht. Voor lucht staan er voorschriften voor de volgende activiteiten:

Afdeling 2.3 lucht en geur

Afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit werkt als vangnetbepaling en is een verdere invulling van de zorgplichtbepaling van artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit. De emissiegrenswaarden in afdeling 2.3 gelden alleen in de volgende gevallen:

  • voor alle activiteiten waar het Activiteitenbesluit geen voorschriften aan stelt
  • voor alle activiteiten uit hoofdstuk 3, 4 en 5 waar luchtemissies niet of niet uitputtend geregeld zijn.

Een bedrijfskantine valt onder de activiteit bereiden van voedingsmiddelen. Deze activiteit stelt voorschriften aan afvalwaterlozingen en geur. Geur is uitputtend geregeld. De geurvoorschriften uit afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit zijn dus niet van toepassing.

Bij stookinstallaties die vallen onder de activiteit kleine en middelgrote stookinstallaties zijn de emissiegrenswaarden, de vrijstellingsbepaling en de meetvoorschriften uit afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit niet van toepassing. Dit staat in artikel 3.9 van het Activiteitenbesluit. Geur is niet geregeld bij deze activiteit. De geurvoorschriften uit afdeling 2.3 gelden dus wel.

Bij parkeergarages zijn luchtemissies uitputtend geregeld (artikel 3.26e lid 1). Afdeling 2.3 geldt dus niet.

Relevante emissies

Bij type A bedrijven worden geen relevante emissies naar de lucht verwacht. De bedrijven vallen niet onder de meldingsplicht en hoeven dus geen inzicht te geven in de aard en omvang van de activiteit. Er is dus geen informatie beschikbaar om de relevantie van eventuele emissies te beoordelen. Toch is de kans op onaanvaardbare milieubelasting bij geen enkele activiteit uit te sluiten.

Toezicht bij een type A bedrijf gebeurt vaak alleen als er klachten zijn. Het bevoegd gezag kan bij het bedrijfsbezoek wel zelf informatie verzamelen door bijvoorbeeld te kijken in de aankoop- en verkoopgegevens. Het bevoegd gezag kan dan inschatten of berekenen of de grensmassastroom wordt overschreden.

Overschrijdt de emissie naar de lucht de grensmassastroom, dan is er sprake van een relevante emissie. In dat geval gelden de emissiegrenswaarden artikel 2.5 ook bij type A bedrijven. De emissiegrenswaarde geldt niet voor kleine bronnen die onder de vrijstellingsgrens uit artikel 2.6 vallen.

Zeer zorgwekkende stoffen

Artikel 2.4 van het Activiteitenbesluit gaat over de zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Dit artikel geldt niet voor type A bedrijven. Bij type A bedrijven worden geen relevante emissies van ZZS verwacht. Komen wel relevante emissies van ZZS vrij, dan kan het bevoegd gezag op basis van de zorgplichtbepaling in artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit maatwerkvoorschriften opstellen.

Afdeling 2.11 Oplosmiddeleninstallaties

Voorschriften specifiek voor oplosmiddelen zijn geregeld in afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit. Deze voorschriften gelden voor alle typen inrichtingen met oplosmiddeleninstallaties die de drempelwaarden uit artikel 2.28 overschrijden. De voorschriften zijn direct werkend. Zie voor meer informatie de handleiding oplosmiddeleninstallatie.

Daarnaast gelden artikel 2.4 (ZZS) en artikel 2.7a (geur) ook voor oplosmiddeleninstallaties die vallen onder afdeling 2.11. Dit volgt uit artikel 2.3a lid 6 van het Activiteitenbesluit

Valt een oplosmiddeleninstallatie niet onder afdeling 2.11, dan gelden de voorschriften uit afdeling 2.3. Afdeling 2.3 werkt dus als een vangnetbepaling.