Inleiding

Waarom geurbeleid?

De emissie van geur kan leiden tot gezondheidseffecten zoals hinder voor omwonenden. Bij geurhinder gaat het veelal om (zeer) lage concentraties van stoffen in de leefomgeving. Geurhinder op zich zegt overigens niets over de mogelijke schadelijkheid van de stoffen.

In het Nationaal Milieubeleidsplan uit 1989 (NMP) stond een doelstelling voor het jaar 2000. Deze doelstelling was maximaal 750.000 woningen die last hebben van geurhinder. Dat kwam overeen met 12% gehinderden. Voor het jaar 2010 gold als doelstelling: geen ernstige hinder. Uitgangspunt was dat er geen ernstige hinder meer is bij een percentage ernstig gehinderden van 3% of minder.

Sinds 1990 is de omvang van geurhinder door de industrie afgenomen van 17% naar 6% ("Geurbeleid", PBL, 2010). Dit is het gevolg van verschillende maatregelen in onder meer vergunningen van gemeenten en provincies. Het geurbeleid levert een duidelijke bijdrage aan de vermindering van geurhinder. Nederland heeft het beleidsdoel van geen ernstige geurhinder in het jaar 2010 niet gehaald. Lokaal kan sprake zijn van ernstige geurhinder. Verder kunnen ook nieuw opgerichte bedrijven een geurbron zijn. Aandacht voor geurhinder blijft daarom nodig. Het zijn de lokale overheden die het geurbeleid bepalen.

Gezondheidseffecten geur

Geur kan verschillende gezondheidseffecten veroorzaken: (ernstige) hinder, stress gerelateerde lichamelijke gezondheidsklachten en verstoring van gedrag en activiteiten (Smeets & Fast, 2006).

De World Health Organisation (WHO) hanteert de volgende definitie voor gezondheid: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.

Mensen waarderen een geur vermoedelijk in twee stappen. In eerste instantie schat iemand in of de geur potentieel bedreigend is. Ervaart diegene de geur als onaangenaam of de situatie als potentieel bedreigend, dan leidt dit tot (ernstige) hinder.

In tweede instantie beoordeelt iemand of hij of zij met die potentieel bedreigende situatie goed overweg kan (coping). Ervaart hij of zij dit als onvoldoende, dan ontstaat stress met de daaraan gerelateerde fysiologische effecten. De hinder gaat dan vergezeld van stress gerelateerde lichamelijke klachten. Het is niet duidelijk welke gezondheidseffecten dit zijn. De resultaten van onderzoeken naar het verband tussen geurbelasting en gezondheidsklachten zijn niet consistent. Voorbeelden van gezondheidsklachten zijn hoofdpijn en misselijkheid.

De waardering van de geur kan ook leiden tot verstoring van gedrag of activiteiten. De meest voorkomende effecten zijn vermoedelijk:

  • sluiten van ramen
  • niet graag buiten zijn
  • bezoek niet graag uitnodigen en/of familie of vrienden komen niet graag op bezoek
  • vertrouwde/aangename geuren niet meer kunnen ruiken
  • minder diep ademhalen
  • indienen van klachten

De geurbelasting is dus van invloed op de mate van ervaren hinder. Daarnaast spelen een groot aantal andere factoren een rol. Deze factoren kunnen individueel en lokaal de hinderbeleving vergroten of verkleinen voor die geurbron of geurbelasting. Dit zijn vooral:

  • soort geur
  • copingstijl
  • houding ten opzichte van de geurbron of overheid
  • verwachting of de geur zal toenemen en/of tot gezondheidseffecten zal leiden