Voorbeeld AWZI

In dit voorbeeld gebruikt de provincie informatie uit de inmiddels ingetrokken bijzondere regeling Rioolwaterzuiveringsinstallaties (pdf, 118 kB). Het voorbeeld is wel bruikbaar voor hoe het bevoegde gezag kosteneffectiviteit kan bepalen bij geurhinder.

Aangevraagde situatie

De AWZI heeft een ontwerpcapaciteit van 77.000 inwonerequivalenten (i.e.). De aangevraagde situatie is scenario 5 uit het geurrapport van de aanvraag. In de geurrapportage zijn aanvullende maatregelen uitgewerkt.

De AWZI is niet van plan de maatregelen uit scenario 3 te treffen. De AWZI vindt de kosten te hoog. Bovendien vindt de AWZI dat het hier om 'minder gebruikelijke' maatregelen gaat. Een verdere onderbouwing en motivering ontbreekt.

Scenario 4 gaat over het toepassen van 'ongebruikelijke maatregelen' die verder gaan dan de aangevraagde situatie. Het bedrijf heeft dit scenario niet uitgewerkt en overwogen.

Verschillende scenario’s

Scenario 2: kosten voor de 'gebruikelijke' maatregelen. De kosten van deze maatregelen bedragen per inwonersequivalent 0,38 euro per jaar.

Scenario 3: nog niet genomen 'minder gebruikelijke maatregelen'. De 'minder gebruikelijke' maatregelen zijn afdekken en ventilatie inclusief luchtbehandeling van het oppervlak van de voorbezinktank. Met deze maatregelen voldoet het bedrijf aan het toetsingskader voor nieuwe situaties volgens de bijzondere regeling uit de NeR. De jaarlijkse kosten van deze maatregelen bedragen 270.000 euro. Per inwonerequivalent is dat 3,57 euro per jaar.

Scenario 4: de gezamenlijke kosten voor de 'gebruikelijke' én 'minder gebruikelijke maatregelen'. De kosten bedragen 3,95 euro per inwonersequivalent per jaar. Dat is per inwonersequivalent ongeveer 0,33 euro per maand.

Scenario 5 (aangevraagde scenario): Hierin past de AWZI niet alle 'gebruikelijke' en 'minder gebruikelijke' maatregelen toe. De kosten van de maatregelen bedragen per inwonersequivalent 0,05 euro per jaar.

Afweging van de maatregelen

Het aangevraagde scenario vindt de provincie Zuid-Holland op basis van de informatie hieronder nog geen BBT en daarom onvoldoende.

De in de bijzondere regeling Rioolwaterzuiveringsinstallaties opgenomen ‘gebruikelijke maatregelen' zijn standaard voor de branche. De kosten van deze maatregelen bedragen per inwonersequivalent per jaar 0,38 euro. De provincie Zuid-Holland is van mening dat deze maatregelen behoren tot de Beste Beschikbare Technieken. Dit gegeven de kosten en omdat het om standaardmaatregelen gaat.

De AWZI geeft aan dat deze maatregel nauwelijks of geen effect heeft op de 98-percentielcontour. Dit vindt de provincie Zuid-Holland minder relevant. Deze maatregel richt zich op het voorkomen van piekemissies. Piekemissies hebben een korte tijdsduur. Daarom dragen de piekemissies maar in beperkte mate bij aan de geurbelasting uitgedrukt in een 98-percentiel. Piekemissies met hoge uurgemiddelde waarden kunnen wel degelijk (ernstige) hinder veroorzaken. In de bijzondere regeling is deze bron zo onderkend. De bijzondere regeling formuleert deze maatregel daarom als een standaardmaatregel.

Het resultaat van alle ‘gebruikelijke' maatregelen is een geurbelasting tot 2 ge/m3 als 98-percentiel op de gevoelige objecten. De gevoelige objecten zijn bijvoorbeeld woonbebouwing, school, tennisbaan, voetbal- en honkbalvelden. In zijn algemeenheid is de geurhindergrens voor AWZI's 1 ge/m3 als 98-percentiel. Hierdoor is geurhinder niet uit te sluiten.

De provincie Zuid-Holland is daarom van mening dat ook 'minder gebruikelijke maatregelen' in aanmerking komen in de verdere afweging van het begrip hoog beschermingsniveau. Overigens gaat het om maatregelen die nu niet ongebruikelijk zijn binnen de branche. Deze maatregelen zijn sinds het tot stand komen van de bijzondere regeling in 1996 meer dan eens toegepast.

De provincie Zuid-Holland vindt de kosten van scenario 4 aanvaardbaar. Dit omdat bij scenario 4 naar verwachting geen geurhinder voorkomt ter plaatse van álle geurgevoelige objecten zoals de woonbebouwing en de school. Scenario 5 leidt niet tot een aanvaardbaar hinderniveau.

Conclusie

Op basis van de overwegingen hierboven concludeert de provincie Zuid-Holland dat:

  • Door het toepassen van scenario 5 er mogelijk sprake is van geurhinder.
  • De maatregelen van scenario 5 niet voldoen aan BBT.
  • Door het toepassen van scenario 4 er in de omgeving geen hinder te verwachten is.
  • De meerkosten van 0,33 euro per inwonersequivalent per maand voor het scenario 4 aanvaardbaar zijn.