Broeikasgassen

Deze pagina wordt niet meer geactualiseerd. Kenniscentrum InfoMil is onderdeel geworden van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Kijk op de IPLO-website voor actuele informatie over Ozonlaagafbrekende stoffen en F-gassen.

Broeikasgassen zijn gassen die het broeikaseffect versterken. De maat voor het broeikaseffect is het aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential – GWP). Broeikasgassen zijn:

Maat voor broeikaseffect: GWP

Een maat voor het broeikaseffect is het aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential – GWP). Het GWP wordt berekend als het opwarmingsvermogen over een bepaalde periode van 1 kg van een gas in verhouding tot 1 kg CO2.

Meestal wordt het 100 jaar GWP aangehouden. Een GWP kan ook uitgedrukt zijn over een andere periode dan 100 jaar. Het verhoudingsgetal tot 1 kg CO2 is dan anders. Het is daarom altijd belangrijk om van een GWP te weten voor welke periode deze bepaald is.

Kooldioxide

De grootste bijdrage aan het versterkte (door de mens veroorzaakte) broeikaseffect is CO2. Wereldwijd gezien is dit gas verantwoordelijk voor meer dan 60% van het versterkte broeikaseffect.

Methaan

In de atmosfeer is methaan 25 maal efficiënter dan CO2 in het vasthouden van warmte. Dit is het 100 jaar GWP. Wel is de levensduur van methaan korter dan die van CO2: tussen de 10 en 15 jaar. Menselijke bronnen zijn onder andere:

  • ontginning en het verbruik van fossiele brandstoffen
  • veehouderij
  • vuilstortplaatsen (ook hier verteert organisch afval zonder dat er voldoende zuurstof bijkomt)

Distikstofoxide

Distikstofoxide (N2O) is 298 maal effectiever dan CO2 in het absorberen van warmte. Dit is het 100 jaar GWP. N2O komt op natuurlijke wijze vrij uit oceanen, regenwouden en bacteriën in de bodem. Menselijke bronnen omvatten onder meer:

  • meststoffen met stikstof
  • fossiele brandstofverbranding
  • chemische industrieprocessen waarbij stikstof gebruikt wordt, zoals rioolwaterzuivering

Gefluoreerde broeikasgassen

Dit zijn de enige broeikasgassen die niet natuurlijk zijn, maar door de mens zijn ontwikkeld voor industriële doeleinden. Gefluoreerde broeikasgassen zijn sinds de jaren '90 veel toegepast als vervanging voor bepaalde ozonlaagafbrekende stoffen.

(H)CFK

De chloorfluorkool(water)stoffen ((H)CFK) behoren tot de gefluoreerde broeikasgassen, maar deze tasten daarnaast ook nog de ozonlaag aan. (H)CFK’s worden geleidelijk afgeschaft volgens het Protocol van Montreal over stoffen die de ozonlaag afbreken uit 1987; hiervoor geldt de Europese ozonverordening EG 1005/2009.

F-gassen

Gefluoreerde broeikasgassen zijn ook de zogenaamde F-gassen:

  • HFK’s
  • PFK’s en
  • SF6.

Fluorkoolwaterstoffen (HFK) worden onder meer toegepast als koelmiddel in koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur en als drijfmiddel voor schuimtoepassingen.

Zwavelhexafluoride (SF6) wordt voornamelijk gebruikt als:

  • isolatiegas
  • voor het doven van de lichtboog in hoogspanningsschakelaars
  • afdekgas in de magnesium- en aluminiumproductie

Perfluorkoolstoffen (PFK) wordt bijvoorbeeld gebruikt in de elektronische industrie (zoals voor de plasmareiniging van siliciumschijven) en in de farmaceutische en cosmetische industrie (extractie van natuurlijke producten zoals nutriceutica of smaakstoffen).

Krachtig broeikaseffect

F-gassen tasten weliswaar de ozonlaag niet aan, maar het broeikaseffect van deze gassen is bijzonder krachtig: ze kunnen 124 tot 22.800 keer meer warmte vasthouden dan CO2 en ze kunnen duizenden jaren lang in de atmosfeer aanwezig blijven.

Regelgeving

Op F-gassen is de Europese F-gassenverordening EG 517/2014 van toepassing. De regelgeving is gericht op het uitfaseren van productie, consumptie en gebruik van deze stoffen. Daarnaast regelt de F-gassenverordening de beperking van emissies.

De regelgeving voor f-gassen gaat uit van het 100 jaar GWP. Het bevoegd gezag moet bij toezicht op f-gassenregelgeving altijd uitgaan van het 100 jaar GWP. Een lijst van stoffen en hun GWP is te vinden in bijlage 1 en 2 van de Europese F-gassenverordening EG 517/2014.