Toepassingsgebied

Deze pagina wordt niet meer geactualiseerd. Kenniscentrum Infomil is onderdeel geworden van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Kijk op de IPLO-website voor actuele informatie over Ozonlaagafbrekende stoffen en F-gassen.

De F-gassenverordening EU 517/2014 is van toepassing bij gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) en de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen EG 1005/2009 is van toepassing bij en ozonlaagafbrekende stoffen.

De Europese verordeningen gelden niet voor apparatuur gevuld met natuurlijke koudemiddelen. Gaat het om een koelinstallatie met natuurlijke koudemiddelen, dan kan de activiteit 'in werking hebben van een koelinstallatie' uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn.

Europese verordening van toepassing?

Ga eerst na of de F-gassenverordening EU 517/2014 of Verordening ozonlaagafbrekende stoffen EG 1005/2009 van toepassing is. In de eerste artikelen van beide verordeningen staat het toepassingsgebied beschreven. Voor Wm-bedrijven zijn dit dus de producten en apparaten die deze ozonlaagafbrekende stoffen en F-gassen bevatten.

De bijlagen van beide verordeningen bevatten stoffenlijsten die aangeven op welke stoffen de verordeningen van toepassing zijn, namelijk:

  • F-gassen: fluorkoolwaterstoffen (HFK), perfluorkoolstoffen (PFK) en zwavelhexafluoride (SF6)
  • ozonlaagafbrekende stoffen: chloorfluorkool(water)stoffen ((H)CFK), halonen, koolstoftetrachlooride (CCl4), broomfluorkoolwaterstoffen (HBFK), methylbromide, broomchloormethaan en methylchloroform

De belangrijkste toepassing voor deze ozonlaagafbrekende stoffen en f-gassen zijn:

F-gassenverordening EU 517/2014, artikel 1, voorwerp

Doel van deze verordening is het milieu te beschermen door de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen. Bijgevolg wordt in deze verordening het volgende vastgelegd:
a) voorschriften over de insluiting, het gebruik, de terugwinning en de vernietiging van gefluoreerde broeikasgassen, en hiermee verband houdende begeleidende maatregelen;
b) voorwaarden over het op de markt brengen van specifieke producten en apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevatten of nodig hebben voor de werking ervan;
c) voorwaarden voor specifieke wijzen van gebruik van gefluoreerde broeikasgassen, en
d) kwantitatieve limieten voor het op de markt brengen van fluorkoolwaterstoffen.

Verordening ozonlaagafbrekende stoffen EG 1005/2009, artikel 1 en 2, onderwerp en werkingssfeer
Bij deze verordening worden regels vastgesteld voor de productie, de invoer, de uitvoer, het op de markt brengen, het gebruik, de terugwinning, de recycling, de regeneratie en de vernietiging van stoffen die de ozonlaag afbreken, voor de rapportage van gegevens in samenhang met die stoffen en voor de invoer, de uitvoer, het op de markt brengen en het gebruik van producten en apparaten die dergelijke stoffen bevatten of nodig hebben.
Deze verordening is van toepassing op gereguleerde stoffen, op nieuwe stoffen en op producten en apparaten die gereguleerde stoffen bevatten of nodig hebben.

Koelapparatuur

Stationaire koelapparatuur koelen producten of opslagruimtes af tot een peil beneden de omgevingstemperatuur. Hieronder vallen koelkasten, diepvriezers, vitrines voor ijs, gekoelde pakhuizen, koelhuizen en koelinrichtingen voor industriële processen. De afmetingen variëren van een koelkast met één vak voor huishoudelijk gebruik (0,1 kg koudemiddel) tot grote koelhuizen (enkele duizenden kg koudemiddel). De volgende koeltoepassingen bevatten doorgaans 0,05 tot 0,25 kg koelmiddel:

  • kleine winkels (bv. vitrines voor ijs, flessenkoelers, kleine koel- of vriesvitrines voor levensmiddelen)
  • cafés en restaurants (bv. apparaten voor gekoelde drankjes of ijsmachines)
  • kantoren (bv. verkoopautomaten)
  • andere soorten gebouwen

Mobiele koelapparatuur koelen producten of opslagruimten in bijvoorbeeld koelwagens of aanhangwagens of schepen.

Klimaatregelingsapparatuur

Stationaire klimaatregelingsapparatuur koelt en/of regelt de temperatuur in vertrekken of gebouwen tot een bepaald peil af. Klimaatregelingsapparatuur wordt gebruikt in woonhuizen, de handel en in de openbare en industriële sector. De afmeting van de apparatuur varieert van kleine apparaten (bv. verplaatsbare systemen die overal kunnen worden aangesloten) tot grote vast geïnstalleerde apparatuur ter koeling van gehele gebouwen (bv. kantoren of ziekenhuizen). De koelmiddelvulling van klimaatregelingsapparatuur varieert van minder dan 0,5 kg tot meer dan 100 kg voor grote niet- huishoudelijke apparatuur.

Mobiele klimaatregelingsapparatuur regelt de temperatuur in bijvoorbeeld auto's, vrachtwagens, treinen, schepen en vliegtuigen. De belangrijkste functie van deze klimaatregelingsapparatuur bestaat uit het koelen van de bestuurdersruimte (stuurcabine).

Warmtepompapparatuur

Warmtepompen gebruiken een koelcircuit om energie aan een omgevings- of afvalwarmtebron te onttrekken en bruikbare warmte leveren. Daarnaast bestaan er omkeerbare systemen die over een koel- en een verwarmingsfunctie beschikken. Stationaire warmtepompen worden in woonhuizen en in de industrie en de handel gebruikt voor onder andere:

  • verwarming en koeling
  • productie van proceswater
  • terugwinnen van warmte

Warmtepompen zijn doorgaans hermetisch afgesloten systemen met een koelmiddelvulling variërend van 0,5 kg voor warmwaterwarmtepompen tot rond 100 kg voor industriële warmtepompen. Warmtepompen alleen voor de bereiding van warm water bevatten doorgaans minder dan 3 kg koudemiddel. In de industrie toegepaste warmtepompen hebben gewoonlijk vullingen van meer dan 30 kg.

Brandbeveiligingssystemen en brandblussers

In brandbeveiligingssystemen en brandblussers kunnen F-gassen zitten. F-gassen doven het vuur door hitte van de vlammen te absorberen. Bij de in stationaire brandbeveiligingssystemen gebruikte F-gassen gaat het voornamelijk om HFK's. Brandblussers bij inrichtingen bevatten vaak geen F-gassen.

Sinds 4 juli 2007 is het verboden om brandbeveiligingssystemen en brandblussers op de markt te brengen die PFK's bevatten. Voor vliegtuigen en voor bepaalde militaire vaar-, vlieg- en voertuigen mag nog wel halon worden toegepast.

Brandblussers worden doorgaans voor speciale toepassingsgebieden en omstandigheden gebruikt, zoals in computerkamers, telecommunicatiefaciliteiten en vliegtuigen. Brandbeveiligingssystemen komen voor in opslag van brandgevaarlijke grondstoffen en producten, datacentra, rekencentra, serverruimtes, luchtverkeersleidingscentra, musea, telecommunicatiecentra, ziekenhuizen en banken.

Brandbeveiligingssystemen met een inspectieregeling overeenkomstig ISO 14520- of EN 15004-normen voldoen aan de verplichtingen van de F-gassenverordening. Voorwaarde is wel dat de gebruiker van het systeem de minimale lekcontrolefrequentie uit de F-gassenverordening aanhoudt (art 4 lid 4 EU 517/2014).

Elektrische schakelinrichtingen

In elektrische schakelinrichtingen wordt vaak SF6 als isolatie- en schakelmiddel gebruikt. Het gaat om schakeltoestellen en combinaties daarvan met de bijbehorende controle-, meet-, beschermings-, en reguleringsapparatuur. Ook gaat het om samenstellingen van dit soort apparatuur met de bijbehorende koppelingen, accessoires, behuizingen en ondersteunende structuren. Wel moet dit soort apparatuur bedoeld zijn voor het opwekken, overbrengen, distributie en omzetten van elektrische energie. Naast de SF6 bevattende apparatuur vallen ook de aanvoer en opslag van houders met SF6 onder de F-gassenverordening.