Bevoegdheden toezichthouder

Vraag

Welke bevoegdheden heeft een toezichthouder?

Antwoord

Welke toezichthoudende bevoegdheden in een concreet geval toegepast kunnen worden kan per wet of regeling verschillen.

De toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak noodzakelijk is (5:13 Awb).

Aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden kunnen worden beperkt, bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aanwijst.  Anderzijds bestaat de mogelijkheid dat de bijzondere wetgever aan een toezichthouder aanvullende bevoegdheden toekent.

Normaliter zijn de bevoegdheden de bevoegdheden die zijn opgesomd in titel 5 afdeling 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Toezicht op de naleving);

  • betreden van elke plaats, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. Benodigde apparatuur mag worden meegenomen (art. 5:15 lid 1 Awb).
  • Zonodig zich de toegang verschaffen met de hulp van de sterke arm (politie) (art. 5:15 lid 2 Awb)
  • Zich laten vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen (art. 5:15 lid 3 Awb)
  • Inlichtingen te vorderen (art. 5:16 Awb)
  • Inzage te vorderen van een identiteitsbewijs (art. 5.16a Awb)
  • inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (art. 5:17 lid 1 Awb)
  • Van die bescheiden kopieën te maken (art. 5.17 lid 2 Awb)
  • Als niet ter plaatse een kopie kan worden gemaakt, mogen de bescheiden voor dat doel korte tijd worden meegenomen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs (art. 5:17 lid 3 Awb);
  • Zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen (art. 5:18 lid 1 Awb)
  • daartoe verpakkingen te openen (art. 5:18 lid 3 Awb)
  • Indien onderzoek, opneming en monsterneming niet ter plaatse kan geschieden, zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs (art. 5:18 lid 4 Awb);
  • vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking tot waartoe hij een toezichthoudende taak heeft (art. 5.19 lid 1 Awb)
  • vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoeken (art. 5.19 lid 2 Awb)
  • van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.(art. 5.19 lid 3 Awb)

  • met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats (art. 5.19 lid 4 Awb)

  • Ieder moet (binnen een door de toezichthouder gestelde redelijke termijn) medewerking verlenen aan de toezichthouder (art. 5:20 lid 1 Awb).