Is het type koudemiddel in een koelinstallatie van invloed op de meldingsplicht?

Vraag

Is het type koudemiddel dat wordt toegepast in een koelinstallatie van invloed op de verplichting tot het indienen van een melding?

Antwoord

Ja, voor de meldingsplicht is verschil gemaakt tussen natuurlijke en synthetische (niet-natuurlijke) koudemiddelen. Voor natuurlijke koudemiddelen gelden andere grenzen dan voor synthetische koudemiddelen.

Natuurlijke koudemiddelen

Natuurlijke koudemiddelen in het kader van het Activiteitenbesluit zijn kooldioxide (R744), ammoniak (R717) of koolwaterstoffen (als R170 (ethaan), R290 (propaan), R600a (iso-butaan), R1270 (propeen)).

Koelinstallaties met een inhoud van meer dan 1.500 liter ammoniak of 100 kilogram propaan en/of butaan zijn vergunningplichtig. Voor koelinstallaties met koolstofdioxide als koudemiddel geldt nooit een vergunningplicht.

Een inrichting (niet-type C) die een koelinstallatie heeft met ten minste 10 kg en ten hoogste 1.500 kg ammoniak, ten minste 10 kg kooldioxide of ten minste 5 kg koolwaterstof als koudemiddel moet bij oprichting of wijziging een melding doen zoals bedoeld in afdeling 1.2 van het Activiteitenbesluit. Er is dan sprake van een type B-inrichting. Zie onderstaande tabel.

Synthetische koudemiddelen

Synthetische koudemiddelen zijnstoffen die van nature niet voorkomen, maar door de mens zijn ontwikkeld voor industriële doeleinden. Synthetische koudemiddelen zijn (H)CFK's en HFK's. Hiervoor gelden direct werkende Europese verordeningen met voorschriften die gericht zijn op het beschermen van het milieu. Daarom regelt het Activiteitenbesluit hier niets voor.

Als er binnen een niet-type C-inrichting een koelinstallatie aanwezig is met een inhoud van meer dan 30 kg synthetische koudemiddelen, moet bij oprichting of wijziging van de inrichting ook altijd een melding worden gedaan.

Overzicht regelgeving

Type inrichting Soort koudemiddel Grens (kg) Bor bijlage 1 cat. Activiteitenbesluit
Type A Synthetisch 0 - 30 - Art 1.2 (A-f)
Type A Natuurlijk, kooldioxide 0 - 10 - Art 1.2 (A-h), 3.16d
Type A Natuurlijk, koolwaterstof 0 - 5 Art 1.2 (A-h), 3.16d
Type B Synthetisch > 30 - Art 1.2 (A-f)
Type B Natuurlijk, kooldioxide > 10 - Art 3.16d
Type B Natuurlijk, koolwaterstof > 5 Art 3.16d
Type B Ammoniak 10 - 1.500 Art 3.16d
Type C Synthetisch - - -
Type C Kooldioxide - - Art 3.16d
Type C Ammoniak > 1500 2.7 (p) -
Type C Propaan / butaan > 100 2.7 (p) -

Zie ook