Vragen en antwoorden Wettelijk kader luchtkwaliteit

Ook bij ‘plattelandswoningen’ gelden de reguliere luchtkwaliteitsregels. Dit blijkt uit een uitspraak van de Raad van State in februari 2015, en uit de Europese richtlijn voor luchtkwaliteit. Een ‘plattelandswoning’ is een voormalige agrarische bedrijfswoning, die bewoond mag worden door 'een derde'. Dat is iemand, die geen binding heeft met het agrarische bedrijf waarbij de woning staat.

Het bevoegd gezag moet bij veel ruimtelijke en infrastructurele besluiten de luchtkwaliteit meenemen in de besluitvorming. Maar ook bij bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen. In titel 5.2 van de Wet milieubeheer (artikel 5.16 lid 2) staat alles precies op een rij (een limitatieve lijst).

De Nederlandse wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit is gebaseerd op de EU richtlijn 2008/50/EG.

De Wet milieubeheer kent onder meer grenswaarden, plandrempels, alarmdrempels, richtwaarden en informatiedrempels voor verschillende stoffen.

De luchtkwaliteitseisen uit de Wm zijn meer gericht op de ruimtelijke planvorming. Alle bijdragen op leefniveau samen (immissie). De voorschriften uit het Activiteitenbesluit (voorheen NeR) zijn juist gericht is op individuele emissies van bedrijven.

In de Wet milieubeheer staan de volgende normen: grenswaarde, plandrempel, richtwaarde, gemiddelde blootstellingsindex en indicatieve waarde.

Voor vergunningverleners is alleen de grenswaarde van belang. Deze geldt sinds 1 januari 2015 en is dus relevant voor een omgevingsvergunning.