ABRvS 200906289/1/R2, 9 maart 2011 (Lintbebouwing Vinkeveen)

Essentie: De gemeente kon zich op het standpunt stellen dat een geringe uitbreiding van de jachthaven en enkele tientallen vierkante meters bedrijfsbebouwing NIBM is, waardoor er geen nader onderzoek naar de luchtkwaliteit nodig was.

Toetsingskader: Wet milieubeheer (artikel 5.16), Besluit NIBM

Betreft: Besluit van gemeente De Ronde Venen (raad) tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘1e Herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003'

Relevante overwegingen:
2.5.5. De Afdeling overweegt dat Rijkswaterstaat in 2006 luchtkwaliteitsberekeningen heeft uitgevoerd in verband met de nabij het plangebied gelegen A2, waaruit volgens de plantoelichting naar voren is gekomen dat de luchtkwaliteitsnormen ter hoogte van de voorziene extra bedrijfsbebouwing aan de Groenlandsekade niet worden overschreden. De gevolgen van de in het plan voorziene hotel-restaurantaccommodatie zijn door de raad bezien. Daarbij heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat de geringe uitbreiding van de jachthaven, met enkele tientallen vierkante meters bedrijfsbebouwing ten behoeve van een hotel-restaurantaccommodatie en de daarbij behorende verkeersbewegingen, in geen geval zal leiden tot een toename van de concentratie zwevende deeltjes (PM10) en stikstofdioxide (NO2) van meer dan 1%, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit. [appellant sub 1] en andere hebben niet aannemelijk gemaakt dat dit onjuist is. Nu de raad ervan uit mocht gaan dat de ontwikkeling van het plandeel niet in betekenende mate bijdraagt, bestond geen verplichting tot het verrichten van nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit.

Datum uitspraak:
9 maart 2011
Zaaknummer:
200906289/1/R2
Vindplaats:
www.raadvanstate.nl