6.5.3 Beperking voor stofemissies

Het NNM rekent alleen met pluimen, die lichter zijn dan lucht (of even zwaar) en die niet uitzakken. Uitzakken betekent dat de pluim-as merkbaar daalt met toenemende afstand. Dit betekent dat pluimen met deeltjes kleiner dan 25 µm zonder problemen doorgerekend kunnen worden. Dit geldt ook voor stofmengsels waarvan de (gewichts)fractie van stofdeeltjes groter dan 25 µm minder dan 10% bedraagt De pluimstijging van deze deeltjes wijkt niet of nauwelijks af van de pluimstijging van lucht of andere gassen.

Het NNM kan niet gebruikt worden voor emissies van grof stof (deeltjes duidelijk groter dan 25 µm): door het uitzakken daalt de pluim-as wel merkbaar en daardoor zullen de optredende concentraties op grondniveau anders zijn, dan volgens de berekeningen wordt aangegeven. Berekeningen voor grof stof met NNM kunnen daarom alleen indicatief worden gedaan. In dergelijke situaties is het beter om een specifiek stof-verspreidingsmodel te gebruiken.