4.3 Rekenmethode Nieuw Nationaal Model

Uur-voor-uur methode

Het NNM berekent voor ieder uur de uurgemiddelde concentratie, gebruik makend van het Gaussisch pluimmodel. Dit heet ook wel de uur-voor-uur methode. Voor ieder te berekenen uur zijn gegevens over het weer (meteorologische gegevens) nodig en (als deze relevant zijn) achtergrondconcentraties. Voor een berekening in het huidig of toekomstig jaar gebruikt men de meteorologische gegevens van tien jaar (1995-2004).

Uit deze gegevens berekent het NNM vier parameters in het Gaussmodel:

  • de gemiddelde pluimhoogte
  • de dispersieparameters σy en σz'
  • de transportsnelheid op de hoogte van de pluimas
  • de concentratie op leefniveau (of in uitzonderingssituaties op een grotere hoogte).

Een bijkomend voordeel van de uur-voor-uur methode is het kunnen invoeren van de variabele bronsterkte en warmte-inhoud per uur (zie ook deel II hoofdstuk 3, emissieduur). Nadeel is dat het rekenen langer duurt ten opzichte van modelleren met geclassificeerde meteorologie.

Percentielen

Het p‑percentiel is gedefinieerd als die concentratie die tijdens p procent van de tijd niet overschreden wordt. Het 98-percentiel van de uurgemiddelde concentratie betekent dus een overschrijding hiervan tijdens 2% van het aantal uren.

Door het gebruik van de uur-voor-uur methode is het niet nodig aannames te doen over de statistische verdeling van de concentraties bij het berekenen van percentielen. Voor de berekening van bijvoorbeeld het 98‑percentiel sorteert het model de concentraties op grootte en kiest de concentratie die de grens vormt tussen de 98% laagste en 2% hoogste concentraties.

Paragraaf 4.7 beschrijft de relatie tussen percentielen en modelonzekerheid. Voor geur berekent het model percentielen van uurgemiddelde concentraties. Voor CO zijn dat 8-uur gemiddelde waarden en voor stof (PM10) bepaalt het model 24-uursgemiddelde waarden, waaruit de percentielen volgen. Het model is zonder meer geschikt voor andere middelingstijden, op voorwaarde dat het voldoende waarden bepaalt waaruit de percentielwaarde te berekenen is. Zo is het 99,9-percentielen bepalen van 24-uursgemiddelde waarden over 1 jaar zinloos: er zijn namelijk maar 365 waarden; daaruit is geen 99,9-p af te leiden.