Uitgangspunt: onlosmakelijk samenhangende maatregelen

Artikel 5.16 van de Wm gebruikt diverse keren de term ‘onlosmakelijk met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen’, mede in relatie tot NIBM.

Artikel 5.16 Wet milieubeheer
“… rekening houdend met de effecten op de luchtkwaliteit van onlosmakelijk met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit…”

Gebruik van de term in artikel 5.16 Wm

Het bevoegd gezag toetst of een project na aftrek van de effecten van daarmee onlosmakelijk samenhangende voorzieningen of maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit niet tot overschrijding van de 3% grens leidt. In dat geval is sprake van NIBM bijdragen in de zin van artikel 5.16 van de Wm. De toelichting van de Regeling NIBM zegt hierover:

“Bij het opnemen van deze mogelijkheid in de Wm is gedacht aan die gevallen waarin er tussen maatregelen en project een dusdanig sterk verband is dat het zeer voor de hand ligt ze samen als een geheel te beschouwen. Immers de maatregelen dienen ertoe de effecten van de betreffende projecten niet de 3% grens of de tijdelijke 1% grens te laten overschrijden. Onlosmakelijk samenhangende maatregelen zullen daarom één op één verbonden moeten zijn met het projectbesluit.”

Een voorbeeld van zo’n project is de wijziging van een weg die gepaard gaat met een gelijktijdige invoering van een snelheidsbeperkende maatregel of de aanleg van een scherm. Of de uitbreiding van een inrichting die gelijktijdig gepaard gaat met extra maatregelen. Artikel 5.16 Wm geeft een overheidsorgaan dus de ruimte om na te gaan welke maatregelen mogelijk zijn om de effecten van een aanvankelijk IBM project te verminderen zodat er sprake is van een NIBM project.

De inschatting of maatregelen onlosmakelijk samenhangen met het uit te voeren project is een keuze van het bevoegd gezag. De maatregelen moeten in ieder geval (net als bij projectsaldering) gelijktijdig met het project getroffen worden. Artikel 6 van de Regeling NIBM verklaart de artikelen 2 en 3 van de Regeling projectsaldering van overeenkomstige toepassing.

Het is mogelijk dat die maatregelen in een apart besluit worden vastgelegd. Het is wel zaak dat een overheid de uitvoering van die maatregelen borgt. In de juridische context mag het niet mogelijk zijn dat het project achteraf alsnog IBM bijdraagt. Dit volgt ook uit artikel 5.16, vijfde lid, Wm.

Onlosmakelijk samenhangende maatregelen: enkele voorbeelden

Hieronder volgen enkele voorbeelden van situaties die in ieder geval gelden als situaties waarin sprake is van onlosmakelijk samenhangende maatregelen.

Voorbeeld inrichting
Een landbouwbedrijf vraagt een uitbreiding aan voor een stal met 9.000 vleesvarkens. Om de uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof te beperken, wordt een gecombineerd luchtwassysteem aangeschaft. Dit luchtwassysteem staat in de omgevingsvergunning. Bij de aanvraag voor de vergunning zit een luchtonderzoek waaruit blijkt dat het luchtwassysteem de uitstoot van fijnstof met 70 - 80% vermindert. De gemeente toetst of de uitbreiding leidt tot een overschrijding van de 3%-grens. Bij de beoordeling van het effect wordt het luchtwassysteem meegenomen. Deze hangt onlosmakelijk met de inrichting samen. Het opnemen van de maatregel in de vergunning verplicht de vergunninghouder om de maatregel ook te treffen.

Voorbeeld bestemmingsplan
Een gemeente wil (samen met een projectontwikkelaar) een groot woningbouwplan realiseren. Uit milieuonderzoek blijkt dat de realisatie slechts mogelijk is als een scherm wordt geplaatst langs de rijksweg. Deze loopt langs het project. De maatregel is nodig om zowel aan de geluideisen als de luchtkwaliteit te voldoen.
Rijkswaterstaat wil in het kader van wegverbreding op die plaats een geluidsscherm aanleggen. In het bestemmingsplan is vastgelegd, dat het woningbouwplan pas gerealiseerd kan worden nadat Rijkswaterstaat het scherm heeft gebouwd. Het scherm is onlosmakelijk samenhangend en wordt meegewogen in de NIBM-toets. Als het project mèt scherm NIBM bijdraagt aan een grenswaardeoverschrijding kan het project doorgang vinden. Dit geldt dan vanuit het oogpunt van de luchtkwaliteitstoets.
Vanuit het oogpunt van blootstelling zal het beginsel van een ‘goede ruimtelijke ordening’ ook nog een rol spelen in de besluitvorming. Deze rol uit zich in de uiteindelijke uitvoering en indeling van het plangebied.

Voorbeeld infrastructuur
Bij de aanleg van een nieuwe rijksweg is een milieueffectrapportage uitgevoerd. Gekeken is onder andere naar geluidhinder en luchtkwaliteit. Door op specifieke locaties schermen te plaatsen wordt zowel de geluidhinder als het effect op de luchtkwaliteit gereduceerd. De schermen maken een integraal onderdeel uit van de besluitvorming die plaatsvindt na de MER-studie en vormen uiteindelijk een onderdeel van het tracébesluit. Pas als de maatregelen zijn uitgevoerd mag de nieuwe rijksweg gebruikt worden. Als integraal onderdeel van het project mag het effect van deze schermen worden meegenomen bij de toets of het project NIBM bijdraagt.