ABRvS 201303867/1/R4, 12 maart 2014 (Bestemmingsplan in Oldambt)

Essentie: Het bestemmingsplan bevat nieuwbouw van een supermarkt, overige winkelruimte en vijf woningen. De gemeente vergeleek het plan met vrijgestelde projecten in de Regeling NIBM, die een grotere omvang hebben. Die onderbouwing is onvoldoende, omdat het plan niet onder een aangewezen categorie valt. De gemeente heeft niet met objectieve en verifieerbare gegevens onderbouwd, dat het plan niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Daarom moet de gemeente alsnog aannemelijk maken dat het plan voldoet aan de luchtkwaliteitsregels (zie vervolguitspraak 201303867/2/R4).

Toetsingskader: Wet milieubeheer, Besluit en Regeling NIBM

Betreft: Besluit van gemeente Oldambt (raad) tot vaststelling van het bestemmingsplan "Scheemda-Centrum, Poststraat e.o."

Relevante overwegingen
9. Emmen 55 en Vrigo vrezen de gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit. Zij wijzen erop dat het plan voorziet in een supermarkt, overige winkelruimte en vijf woningen. Volgens hen heeft de raad ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit van deze ontwikkeling.

9.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 van de Wet milieubeheer een grenswaarde is opgenomen. In dit verband wijst de raad erop dat op grond van het Besluit en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (hierna: Besluit onderscheidenlijk Regeling nibm) projecten zijn vrijgesteld van een beoordeling van de gevolgen voor de luchtkwaliteit die veel groter in omvang zijn dan de ontwikkeling waarin het voorliggende plan voorziet.

[…]

9.3. Het plan heeft hoofdzakelijk betrekking op detailhandel met bijbehorende infrastructuur. Dit betreft niet een in de Regeling nibm aangewezen categorie van gevallen waarin de vaststelling van het plan in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt. Daarom mocht de raad zich, gelet op artikel 2, eerste lid, van het Besluit nibm, alleen op het standpunt stellen dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt voor zover hij aannemelijk heeft gemaakt dat een toename van de concentraties in de buitenlucht van zowel zwevende deeltjes (PM10) als stikstofdioxide als gevolg van het plan niet de 3%-grens overschrijdt. De raad heeft evenwel niet met objectieve en verifieerbare gegevens onderbouwd dat een dergelijke toename in dit geval kan worden uitgesloten. Het plan is daarom vastgesteld in strijd met artikel 5.16, eerste lid, onder c, van de Wet milieubeheer, gelezen in verbinding met artikel 2, eerste lid, van het Besluit nibm.

Datum uitspraak:
12 maart 2014
Zaaknummer:
201303867/1/R4
Vindplaats:
www.raadvanstate.nl