4.2 Controlevormen

Naast de emissie-eis wordt in de besluiten of in de vergunning vastgelegd hoe de bepaalde eis moet worden gecontroleerd. De drie gebruikelijke controlevormen zijn:

  • Emissie-relevante parameters (ERP's);
  • Afzonderlijke metingen;
  • Continue metingen.

In de NeR wordt de keuze voor de controlevorm bepaald door de verhouding tussen de mogelijke toename van de emissie bij het falen van de emissiebeperkende techniek (de zogenaamde storingsemissie) en de schadelijkheid van de emissie (bepaald op basis van de klasse-indeling van de component). Zo komt de NeR tot vijf verschillende controleregimes. De bijbehorende controlevormen variëren van het gebruik van simpele ERP's bij een gering risico, afzonderlijke metingen met een bepaalde frequentie, tot continue metingen bij een groot risico. Volgens het Oplosmiddelenbesluit moeten er periodieke of continue controles plaatsvinden afhankelijk van de grootte van de gereinigde massastroom via een afgaskanaal. Voor de controlevormen wordt aansluiting gezocht bij de NeR-systematiek. Ook de besluiten met betrekking tot verbrandingsemissies kennen het gebruik van alle drie de controlevormen.