Hier vindt u begrippen en definities die veel voorkomen op de pagina's over stookinstallaties. Klik op * om de volledige begrippenlijst te openen
Het Activiteitenbesluit stelt geen emissie-eisen aan kleine en middelgrote stookinstallaties die minder dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn. Maatregelen om aan de emissie-eisen in het Activiteitenbesluit te voldoen, zijn vaak niet kosteneffectief voor kleinere installaties die weinig in bedrijf zijn. Hierop zijn twee uitzonderingen:
Daarnaast geldt de 500-uursregeling ook voor motoren en gasturbines vanaf 50 MWth die als noodvoorziening worden ingezet. Voor andere grote stookinstallaties en afvalverbranding geldt de 500-uursregeling niet.
De tijd, uitgedrukt in uren, gedurende welke een stookinstallatie in werking is en emissies in de lucht uitstoot. Met uitzondering van de voor het opstarten en stilleggen benodigde tijd.
[Activiteitenbesluit artikel 1.1 lid 1; Besluit omgevingsrecht bijlage I onder A]
Biomassa:
Een niet standaard brandstof is een brandstof die niet is beschreven in categorie 1.4, onder a van het Besluit omgevingsrecht (Bor), Bijlage I, onderdeel C. Een niet standaard brandstof is vergunningplichtig.
Het begrip standaard brandstof komt niet voor in de regelgeving. Het wordt voor het gemak gebruikt om brandstoffen aan te duiden. Het gaat om brandstoffen, waarvoor volgens het Besluit omgevingsrecht, Bijlage I, onderdeel C, categorie 1.4 onder a geen vergunningplicht geldt. Het zijn:
Het nominaal vermogen (Pn) is door de fabrikant aangegeven. Het is het maximale verwarmingsvermogen bij continu gebruik waarbij een maximaal rendement wordt behaald, ofwel, de output.
Een technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd ten einde de aldus opgewekte warmte te gebruiken (Activiteitenbesluit artikel 1.1). Dit houdt in dat een brandstof wordt verstookt of verbrand. Bijvoorbeeld door de vrijkomende warmte om te zetten in mechanische arbeid of elektriciteit of de verbranding van geurstoffen en koolwaterstoffen.
Er zijn drie categorieën stookinstallaties:
Het kenmerk van bijzondere stookinstallaties is dat er emissies vrijkomen naast de emissies door de verbranding van brandstoffen. Bijzondere stookinstallaties zijn direct gestookte stookinstallaties.
Voorbeelden van bijzondere stookinstallaties zijn:
Stookinstallatie, bestaande uit een ketel waarin brandstof wordt verstookt, welke verbranding in hoofdzaak is bedoeld om kracht op te wekken of om warmte over te dragen aan water, stoom of een combinatie van water of stoom.
Een niet-standaard stookinstallatie is een stookinstallatie anders dan een ketel, gasturbine, diesel- of gasmotor. Voorbeelden van niet-standaard stookinstallaties zijn: