4.1 Inleiding

Eisen aan de emissies van stationaire bronnen naar de lucht en de bijbehorende controleverplichtingen zijn opgenomen in wet- en regelgeving (besluiten met bijbehorende meetregelingen) en in de Nederlandse emissierichtlijn Lucht (NeR). De emissie-eisen in de besluiten en de voorschriften met betrekking tot de controle ervan liggen vast en zijn direct werkend. Bij emissie-eisen en controleregimes op basis van de NeR heeft het bevoegd gezag de ruimte voor eigen afwegingen en keuzes, die vervolgens moeten worden vastgelegd in de vergunning. De relevante besluiten met betrekking tot luchtemissies zijn:

  • Besluit emissie-eisen stookinstallaties A (BEES A)
  • Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS)
  • Besluit verbranden afvalstoffen (BVA)
  • Besluit handel in emissierechten
  • Oplosmiddelenbesluit (OMB)
  • Activiteitenbesluit
  • Uitvoeringsbesluit PRTR

De emissie-eisen die aan luchtemissies worden gesteld, zijn meestal uitgedrukt in tijdgemiddelde concentratie-eenheden (mg/mo3). Zij zijn gedefinieerd onder standaardcondities qua druk en temperatuur en in droog rookgas, waardoor ze onafhankelijk zijn van specifieke bedrijfscondities.

Emissie-eisen aan verbrandingsemissies zijn gedefinieerd bij een referentie-zuurstofgehalte. Voorbeelden zijn 11v% voor afvalverbranding, 6v% voor het stoken van kolen en 3v% voor het stoken van aardgas. Emissie-eisen voor gasturbine(installaties) en zuigermotoren worden ook uitgedrukt als relatieve emissie in gram per gigajoule. In het kader van emissiehandel en E-PRTR moeten de jaarvrachten (t/jaar) worden gerapporteerd. Voordat een gemeten waarde kan worden getoetst aan de gestelde emissie-eis, moet deze worden omgerekend naar dezelfde standaardcondities en eenheid als de emissie-eis (zie hoofdstuk 5 Herleiding van meetgegevens). Naast de emissie-eis wordt in de besluiten of in de vergunning vastgelegd hoe de bepaalde emissie-eis moet worden gecontroleerd. De controlevoorschriften geven aan welke controlevorm en -frequentie moet worden aangehouden. Er zijn drie mogelijke controlevormen:

  • Monitoren van emissie-relevante parameters (ERP's);
  • Afzonderlijke metingen;
  • Continue metingen.

De zwaarte van de controleverplichting op basis van de NeR is afhankelijk van de schadelijkheid van een emissie en de toename van een emissie als een reinigingstechniek of procesgeïntegreerde maatregel faalt. Bij besluiten zoals BEMS, BEES A en BVA zijn de controleverplichtingen naast de grootte en schadelijkheid van de emissie ook gebaseerd op het soort installatie, het vermogen en/of de brandstof.

Naast de emissie-eisen en de controle ervan richten wet- en regelgeving zich ook op andere aspecten van metingen die betrouwbaarheid van de meetresultaten waarborgen. Deze aspecten hebben betrekking op uitvoering van de metingen bijvoorbeeld eisen aan de meetlocatie, het gebruik van meetnormen, kwaliteitsborging van de meetinstanties en van bedrijfsmeetsystemen.