Bepalen aanvaardbaar hinderniveau

Bepalen aanvaardbaar hinderniveau

Het bevoegd gezag bepaalt het aanvaardbaar hinderniveau in de volgende gevallen:

  • Als artikel 2.7a van toepassing is. Artikel 2.7a werkt als vangnet. De voorschriften gelden als er geen BBT-conclusies zijn en als geur niet of niet uitputtend geregeld is in hoofdstuk 3, 4 of 5 van het Activiteitenbesluit.
  • Bij maatwerk vanuit activiteiten in hoofdstuk 3, 4 of 5. De activiteit verwijst dan voor het bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau naar artikel 2.7a lid 3.
  • Wanneer het bedrijf een gelijkwaardige maatregel toepast. Het bevoegd gezag moet de gelijkwaardigheid van de maatregel toetsen.

Het bevoegd gezag bepaalt de mate van geurhinder die nog aanvaardbaar is. In artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbeluit staan de mee te wegen aspecten.

Het bepalen van een aanvaardbaar hinderniveau bestaat aan de ene kant uit een beoordeling van de potentiële hinder. Aan de andere kant bestaat het uit een beoordeling van wat aanvaardbaar is. De considerans bij het besluit benoemt de conclusie van wat aanvaardbaar is en de motivering hiervoor.

Piekbelastingen zijn een aandachtspunt omdat ze in veel gevallen hinder veroorzaken. Formuleer daarom de toetsingswaarden zo dat dit niet alleen continue emissies maar ook discontinue emissies beperkt.

Voldoende gegevens beschikbaar?

Bij een geurrelevante activiteit toetst het bevoegd gezag of voldoende gegevens beschikbaar zijn voor verdere beoordeling. Denk aan onder andere:

  • omgevingsfactoren, zoals (keuze) plaats activiteit, afstand tot geurgevoelige objecten, ruimtelijke ontwikkelingen
  • soort proces, capaciteit en bedrijfstijden
  • informatie over de emissies. Bijvoorbeeld afgaskarakteristieken: volume per tijdseenheid, temperatuur, druk, vochtgehalte. Andere voorbeelden zijn emissieduur, chemische samenstelling (voor zover bekend), plaats en afmetingen van de emissiepunten.
  • de al toegepaste maatregelen ter beperking van geur en andere emissies naar de lucht. Maatregelen voor het terugdringen van overige luchtemissies beperken vaak ook de geurhinder. De maatregelen moeten in ieder geval voldoen aan de geldende voorschriften uit het Activiteitenbesluit.
  • is het een nieuwe of een bestaande situatie en/of activiteit? Dit kan van invloed zijn welk hinderniveau het bevoegd gezag aanvaardbaar vindt.

Geursituatie bepalen

Inzicht in de geursituatie is nodig om een beoordeling te kunnen maken of sprake is van een aanvaardbaar hinderniveau. De NTA 9065 Meten en rekenen geur beschrijft de hiervoor geschikte meet- en rekenmethoden.

Het bevoegd gezag vraagt vaak om een geuronderzoek als het om groep 2 bedrijven gaat. Het bedrijf is dan verantwoordelijk voor dit onderzoek. De kosten en resultaten van de onderzoeksinspanning moeten wel in een redelijke verhouding staan tot het probleem en de eventueel te treffen maatregelen. Voor zover nodig kan het bevoegd gezag daarnaast overwegen zelf een onderzoek uit te voeren. Een meetonderzoek is niet altijd nodig; soms volstaat een kwalitatief onderzoek.

Opvragen geurmeetonderzoek mogelijk?

Het bevoegd gezag kan niet altijd een geuronderzoek vragen van een bedrijf. Dit hangt af van welke geurvoorschriften gelden. Opvragen van een geuronderzoek is mogelijk als artikel 2.7a lid 2 van het Activiteitenbesluit geldt. Doorgaans zijn dit groep 2 bedrijven.

Bij activiteiten uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit kan het bevoegd gezag het bedrijf doorgaans niet verplichten tot een geuronderzoek. Een uitzondering hierop zijn de volgende drie activiteiten:

Bij deze drie activiteiten kan het bevoegd gezag bij melding een geuronderzoek vragen van het bedrijf. De basis hiervoor is artikel 1.17 van het Activiteitenbesluit. Het opvragen van het geuronderzoek op basis van artikel 1.17 kan alleen in de meldingsperiode. Buiten de meldingsperiode om kan het bevoegd gezag dus niet om een geuronderzoek vragen.

In alle gevallen kan het bevoegd gezag zelf het geuronderzoek uit (laten) voeren.

Maatregelen

De maatwerkmogelijkheid op basis van artikel 2.7a lid 4 is ruim. De maatwerkmogelijkheden van activiteiten uit hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Activiteitenbesluit kan beperkt zijn. De maatregelen moeten binnen de voorwaarden blijven die het Activiteitenbesluit hieraan stelt. De voorwaarden verschillen per activiteit. De webpagina’s per activiteit geven meer informatie over de mogelijkheden en beperkingen.

Neem in de geurberekeningen het effect van de voorgenomen geurbeperkende maatregelen mee. Welke maatregelen toepasbaar zijn hangt af van de afgaskarakteristieken en de gewenste afname van de geurbelasting op de omgeving. Maatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit:

  • procesgeïntegreerde of organisatorische maatregelen (zoals het beperken van geurveroorzakende activiteiten of het beperken daarvan onder ongunstige meteo-condities)
  • nageschakelde technieken
  • verbetering van de verspreiding, bijvoorbeeld door verhoging emissiepunt

De webpagina maatregelen van de handleiding geur geeft een overzicht van mogelijke maatregelen. Meer uitgebreide informatie over technieken is te vinden in de Factsheets luchtemissiebeperkende technieken.

Ingewikkelde gevallen

Bij vergunningplichtige bedrijven kan de situatie ingewikkeld zijn. In deze ingewikkelde gevallen zal de aanvrager verschillende (pakketten van) maatregelen met bijbehorende kosten en effecten inzichtelijk maken. De aanvrager bepaalt welk maatregelenpakket en geurhinderniveau hij aanvraagt.

Het bevoegd gezag mag met maatwerk geen ingrijpend andere bedrijfsvoering voorschrijven. Daarom is het belangrijk om al in het vooroverleg alle stappen te doorlopen. Neem in de aanvraag van vergunning of maatwerk de maatregelen op die nodig zijn voor het aanvaardbaar hinderniveau.

Het bevoegd gezag beschikt niet altijd over voldoende informatie om de verwachte hinder te bepalen. Dan kan het bevoegd gezag alleen in bepaalde gevallen om een aanvullend geuronderzoek vragen. Ook is een geuronderzoek uitvoeren onderzoekstechnisch niet altijd mogelijk. Het bevoegd gezag zal dan op basis van meer globale informatie een uitspraak doen over het hinderniveau. Deze globale informatie heeft het bevoegd gezag verzameld in het vooronderzoek.

In sommige situaties is geen uitgebreid geuronderzoek nodig of mogelijk. Eenvoudige, organisatorische maatregelen zijn voldoende om mogelijke geurhinder te voorkomen (groep 1).

Voorbeeld van eenvoudige maatregelen om hinder te voorkomen

Op een gemeentewerf is staat een container met groenafval. De gemeentewerf voert de container minimaal één keer per week af. Hierdoor voorkomt de gemeentewerf dat het groenafval gaat rotten.

De ongereinigde geurbron is in dit voorbeeld de container met groenafval. Deze kan geurhinder veroorzaken. Toch is een uitgebreid geuronderzoek niet nodig. De getroffen organisatorische maatregel is namelijk zo bedrijfszeker dat de geuremissie niet of nauwelijks meer waarneembaar is buiten de inrichting. Daarnaast zouden de kosten van een geuronderzoek al snel meer bedragen dan de kosten van de geschikte maatregel.

Het bevoegd gezag kan dit soort eenvoudige maatregelen vastleggen in de voorschriften van maatwerk of vergunning. Stel dan ook voorschriften aan het blijvend goed functioneren van de maatregel.

Aanvaardbaar hinderniveau

Bij het bestrijden van geurhinder moet het bedrijf de Beste Beschikbare Technieken (BBT) toepassen. Dit is nodig om een hoog beschermingsniveau te bereiken. Dit staat in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.4 van het Besluit omgevingsrecht. Het begrip hoog beschermingsniveau is voor geurhinder het aanvaardbaar hinderniveau.

Het bevoegd gezag bepaalt de mate van geurhinder die nog aanvaardbaar is. Het artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbesluit geeft aan welke aspecten het bevoegd gezag hierbij meeweegt. Dit zijn:

  • bestaande toetsingskaders, waaronder lokaal geurbeleid
  • De geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten
  • De aard, omvang en waardering van de geur die vrijkomt bij het bedrijf
  • De historie van het bedrijf en het klachtenpatroon
  • De bestaande en verwachte geurhinder van het bedrijf
  • De kosten en baten van technische voorzieningen en gedragsregels

De webpagina ‘aspecten bij afweging aanvaardbaar hinderniveau’ geeft meer informatie over de afzonderlijke aspecten.

De resultante van dit uitgebreide afwegingsproces is een besluit van het bevoegd gezag over het zogenaamde aanvaardbaar hinderniveau. De daarvoor toegepaste technieken zijn BBT voor geur. Er is geen ‘formule' voor hoe zwaar elk van de aspecten uit de opsomming hierboven meeweegt.

Piekbelastingen zijn een aandachtspunt omdat ze in veel gevallen hinder veroorzaken. Formuleer daarom de toetsingswaarden zodat deze niet alleen continue emissies maar ook discontinue emissies beperken.

Provincie Noord-Brabant geeft een voorbeeld over meeweging van de hedonische waarde in lokaal geurbeleid. Provincie Zuid-Holland geeft drie voorbeelden hoe het bevoegd gezag de kostenafweging bij geuraspecten kan betrekken.

Aanvullende maatregelen?

Als het geurhinderniveau van de aangevraagde activiteit niet aanvaardbaar is, is onderzoek naar aanvullende maatregelen nodig. Ook deze aanvullende maatwerkmogelijkheden moeten vallen binnen de voorwaarden die het Activiteitenbesluit stelt. Werk de maatregelen verder uit als aanvullende maatregelen technisch mogelijk zijn. Onderzoek vervolgens opnieuw - nu met de aanvullende maatregelen - wat het geurhinderniveau is. Het bevoegd gezag weegt vervolgens opnieuw af of het aangevraagde hinderniveau aanvaardbaar is.

In bestaande situaties kan het bevoegd gezag voor het uitvoeren van maatregelen een (sanerings)termijn vastleggen. Met de maatregelen is realisatie van het aanvaardbaar hinderniveau op termijn wel mogelijk.

Soms zijn planologische maatregelen, bijvoorbeeld locatiekeuze, mogelijk. Dit gaat verder dan het stellen van maatwerk of vergunning. Meer informatie hierover staat op de webpagina ruimtelijke ordening.