Handhaving of maatwerk nodig?

Geurprobleem op te lossen door aanschrijving op voorschriften?

Toetsen aan de voorschriften bestaat uit controle:

  • van de omvang van de emissie van geur
  • de omvang van de geurbelasting
  • op de eventuele aanwezigheid en de goede werking van maatregelen.

Bij een doelvoorschrift voor geur, is geuronderzoek nodig om na te gaan of het bedrijf voldoet. Voorbeelden van een doelvoorschrift zijn een eis aan de emissie of immissie. Als de klachten regelmatig voorkomen, kan een geuronderzoek zinvol zijn. De NTA 9065 beschrijft waaraan de meting en verspreidingsberekening moet voldoen.

Opvragen geuronderzoek mogelijk?

Het bevoegd gezag kan niet altijd een geuronderzoek vragen van een bedrijf. Dit hangt af van welke geurvoorschriften gelden. Opvragen van een geuronderzoek is mogelijk als artikel 2.7a lid 2 van het Activiteitenbesluit geldt. Doorgaans zijn dit groep 2 bedrijven.

Bij activiteiten uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit kan het bevoegd gezag het bedrijf doorgaans niet verplichten tot een geuronderzoek. Een uitzondering hierop zijn de volgende drie activiteiten:

Bij deze drie activiteiten kan het bevoegd gezag bij melding een geuronderzoek vragen van het bedrijf. De basis hiervoor is artikel 1.17 van het Activiteitenbesluit. Het opvragen van het geuronderzoek op basis van artikel 1.17 kan alleen in de meldingsperiode. Buiten de meldingsperiode om kan het bevoegd gezag dus niet om een geuronderzoek vragen.

In alle gevallen kan het bevoegd gezag zelf het geuronderzoek uit (laten) voeren.

Mogelijk is de oorzaak van de geuroverlast dat het bedrijf zich niet houdt aan de (maatwerk)voorschriften. Dan kan de toezichthouder hierover afspraken maken met het bedrijf en een handhavingstraject inzetten. De toezichthouder onderneemt de gebruikelijke handhavingsstappen. Over het algemeen is de eigenaar van het bedrijf bereid om de overlast op te lossen. Het is dan vooral van belang om snel een bevredigende oplossing te vinden.

Mogelijk voldoet het bedrijf wel aan de (maatwerk)voorschriften, maar is er toch sprake van onaanvaardbare geurhinder. Dan onderzoekt het bevoegd gezag of aanvullende maatregelen mogelijk zijn.

Maatwerk mogelijk? Is het hinderniveau aanvaardbaar?

Het bedrijf houdt zich aan de (maatwerk)voorschriften die gelden voor zijn bedrijfsactiviteit. Toch ruiken klager(s) de geur en ervaren dit als hinderlijk. Het bevoegd gezag onderzoekt of aanvullende maatregelen de geuroverlast kunnen wegnemen.

Het bevoegd gezag bepaalt hiervoor het aanvaardbaar hinderniveau. Onderzoek aanvullende maatregelen bij overschrijding van het aanvaardbaar hinderniveau. Deze aanvullende maatregelen moeten liggen binnen de maatwerkmogelijkheid die het Activiteitenbesluit biedt. Beoordeelt het bevoegd gezag dat sprake is van een aanvaardbaar hinderniveau, dan zijn geen aanvullende maatregelen nodig.

Communiceer de uitkomst of aanvullende maatregelen mogelijk zijn met de klager(s).

Is redelijkerwijs ambtshalve aanpassing van voorschriften mogelijk?

Als aanvullende maatregelen mogelijk zijn, dan legt het bevoegd gezag deze voorschriften vast in een maatwerkbesluit. Dit geldt ook voor een vergunningplichtig bedrijf. De enige uitzondering is als het gaat om een IPPC-installatie waarvoor BBT-conclusies over geur gelden. In dat geval geldt het Activiteitenbesluit niet. Voorschriften gebaseerd op deze BBT-conclusies regelt het bevoegd gezag in de vergunning.

Geen oplossing mogelijk; communiceer dit met de buurtbewoners

Maatwerk waarvoor voorwaarden gelden, moet binnen die voorwaarden blijven. In theorie is het denkbaar dat binnen deze voorwaarden geen aanvaardbaar hinderniveau haalbaar is. In de praktijk zal dit zeer zelden voorkomen. Dit omdat met de maatwerkmogelijkheden van het Activiteitenbesluit eigenlijk altijd een aanvaardbaar hinderniveau mogelijk is.

In sommige gevallen blijkt na uitvoerig onderzoek dat er (in elk geval op korte termijn) geen oplossing mogelijk is voor de geuroverlast. Mogelijk is er ook geen uitzicht op verbetering op de lange termijn. De toezichthouder concludeert dan dat het bedrijf voldoet aan de geldende (maatwerk)voorschriften, maar dat de buurtbewoners toch geurhinder ervaren.

In de meeste gevallen laat het aanvaardbaar hinderniveau ruimte voor enige hinder. Het bevoegd gezag bepaalt wat "aanvaardbare hinder" is. Dit is doorgaans niet gelijk aan "geen hinder".

Weigeren van een activiteit die valt onder het Activiteitenbesluit is niet mogelijk. Een uitzondering is als voor die activiteit een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) geldt. Alleen bij de activiteit verwerken van polyesterhars geldt een OBM voor het aspect geur.

Dit is anders voor vergunningplichtige bedrijven waarvoor de algemene geurvoorschriften uit artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit gelden. Het bevoegd gezag kan de vergunning intrekken. Wel moet het bevoegd gezag motiveren dat er sprake is van ontoelaatbare gevolgen voor het milieu. De grond hiervoor staat in artikel 2.33 lid 1d Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Als het aanvaardbaar hinderniveau (op korte termijn) niet haalbaar is, communiceer dit dan goed met de leefomgeving. Een goede communicatie met de buurtbewoners kan begrip kweken. Begrip voor de situatie draagt bij aan een vermindering van de overlast die buurtbewoners ervaren.

Voorbeeld geen oplossing mogelijk

In dit voorbeeld staat een viszaak midden op een plein. Rond het plein staat hoge flatbebouwing op meer dan 25 meter afstand van de viszaak. De viszaak heeft gekozen voor een 2 meter hoge schoorsteen bovendaks. Hiermee voldoet de viszaak aan het geurvoorschrift dat het Activiteitenbeluit hieraan stelt.

De oorzaak van de geuroverlast is de gekanaliseerde emissies. De activiteit ‘bereiden van voedingsmiddelen' heeft geen maatwerkmogelijkheid om alsnog aanvullend een ontgeuringsinstallatie te eisen. De maatwerkvoorschriften gericht op gekanaliseerde emissies die wel mogelijk zijn, zijn:

  • de uitvoering en het onderhoud van een ontgeuringsinstallatie in plaats van de 2 m hoge schoorsteen
  • de plaats van het emissiepunt

In dit voorbeeld heeft de viszaak geen ontgeuringsinstallatie. Verplaatsing van het emissiepunt zal het geurprobleem ook niet oplossen. In dit voorbeeld biedt het Activiteitenbesluit geen mogelijkheden om tot een aanvaardbaar hinderniveau te komen. Overleg met het bedrijf over vrijwillig plaatsen van een ontgeuringsinstallatie kan altijd, maar is dan niet af te dwingen. Mogelijk kan het bevoegd gezag via Ruimtelijke Ordening wel een oplossing vinden.