Milieueffectrapportage en hoogspanningslijnen

Bij de wijziging van hoogspanningslijn of de aanleg van nieuwe hoogspanningslijn kan een milieueffectrapportage nodig zijn op basis van het Besluit Mer.

Voor de vraag of er sprake is van een m.e.r.-(beoordelings)plicht, zal in eerste instantie moeten worden getoetst aan de activiteitomschrijvingen in kolom 1 en 2 van onderdeel nbsp;van de bijlage bij het Besluit m.e.r.

De activiteitenomschrijvingen in C 24 en D 24.1 gaan over de aanleg of wijziging van een bovengrondse hoogspanningsleiding.

Er is volgens C 24 sprake van een rechtstreekse m.e.r.-plicht bij een hoogspanningsleiding van 220 kilovolt of meer en een lengte van 15 km of meer. Dit geldt onder andere bij het opstellen van structuurvisies en bestemmingsplannen.

Op basis van D 24.1 geldt er een m.e.r.-beoordelingsplicht bij de aanleg of wijziging van een bovengrondse hoogspanningsleiding. Bij een leiding van 150 kilovolt of meer en een lengte van 5 km of meer in een gevoelig gebied gaat het om een formele m.e.r.-beoordeling. Bij minder voltage of een kortere lengte geldt een vormvrije m.e.r.-beoordeling.

Een gevoelig gebied is bijvoorbeeld een Natura 2000-gebied, een ecologische verbindingszone of een rijksmonument. De complete definitie staat in onderdeel A van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

Ook bij een ondergrondse hoogspanningsleiding kan sprake zijn van een m.e.r.-(beoordelings)plicht. Dit staat in D 24.2 en geldt voor een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150 kilovolt of meer, en een lengte van 5 kilometer of meer in een gevoelig gebied.

Meer informatie


Hoe werkt het onder de omgevingswet