Ruimtelijke inpassing en parkeren

Ruimtelijke inpassing is een breed begrip. Het speelt op meerdere schaalniveaus. Bij inpassing van parkeerterreinen of parkeergarages gaat het vooral om afstand tot omgeving, locatie in- en uitrit, bouwhoogte, et cetera.

Beleid

Bij de realisatie van een parkeerterrein of parkeergarage is het gemeentelijk beleid van belang. In de gemeentelijke structuurvisie en het gemeentelijke beleid voor verkeer- en parkeren is als het goed is de nut en noodzaak voor de realisatie van een zelfstandig parkeerterrein of parkeergarage beschreven.

Hoort het parkeerterrein of de parkeergarage bij een ontwikkeling (bijvoorbeeld woningen, kantoorgebouw of bedrijf)? Dan blijkt uit het parkeerbeleid hoeveel parkeerplaatsten er nodig zijn. Uit de stedenbouwkundige visie of randvoorwaarden blijkt of er eisen zijn aan de vormgeving van de parkeervoorzieningen. Bijvoorbeeld ondergronds of uit het zicht.

Daarnaast kan er ander beleid van belang zijn. Zoals bijvoorbeeld het groenbeleid dat ingaat op de groene of landschappelijke inpassing. Of beleid voor de openbare ruimte dat ingaat op de inrichting van de openbare ruimte.

Bestemmingsplan

Past de parkeergarage of het parkeerterrein in het bestemmingsplan, dan is er geen ruimtelijke onderbouwing nodig. Wel kan er nog een Omgevingsvergunning voor het bouwen van de parkeergarage of aanleggen van het parkeerterrein nodig zijn.

Past de ontwikkeling niet in het bestemmingsplan? Dan is een ruimtelijke onderbouwing nodig, die aantoont dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De ruimtelijke inpassing is één aspect hiervan.

Ligging in stad / dorp

Op niveau van de stad of het dorp gaat het om de vraag of de locatie geschikt is. Is er behoefte aan een centrale parkeervoorziening? Of liever een aan de rand van de stad? Moet parkeren op eigen terrein plaatvinden of juist centraal voor meerdere functies?

Planlocatie

Op de locatie zelf is van belang of de omgeving last kan hebben van de parkeervoorziening. Bijvoorbeeld door geluidhinder, verslechtering van de luchtkwaliteit of bereikbaarheid van functies. Maar ook of er sprake is van ruimtelijke kwaliteit, zoals groene inpassing of een (half)ondergrondse oplossing.

Ook is van belang of de parkeergarage of het parkeerterrein past in de directe omgeving. Hoe ligt de voorziening bij woningen? Is er voldoende afstand? Wordt het uitzicht belemmerd? Past de bouwhoogte van de parkeergarage in de de omgeving?

Ruimtelijke onderbouwing

In de ruimtelijke onderbouwing moet een beschrijving worden opgenomen van de parkeervoorziening. Daarbij moet ook worden aangegeven of dit past in de omgeving en waarom dit past.