Externe veiligheid en scholen

Een school is aangemerkt als een kwetsbaar object op basis van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen). Dit betekent dat er zeer zorgvuldig gekeken moet worden naar de realisatie van een school in de buurt van risicobronnen. Risicobronnen zijn bijvoorbeeld bedrijven, leidingen en (spoor)wegen.

Bij externe veiligheid gaat het om ongevallen met:

  • bedrijven met gevaarlijke stoffen
  • vervoer van gevaarlijke stoffen
  • leidingen met gevaarlijke stoffen
  • vliegtuigen op of nabij luchthavens
  • windturbines

Het gaat daarbij om het risico dat mensen in de omgeving slachtoffer worden van een ongeval van die activiteit. Terwijl zij verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben.

Als in de omgeving van risicobronnen de bestemming wordt gewijzigd, moeten de risico’s voor personen in deze nieuwe bestemming verwaarloosbaar zijn. Er wordt daarom gekeken naar het risico dat een individu loopt (plaatsgebonden risico) en het risico dat een groep loopt (groepsrisico).

Plaatsgebonden risico en groepsrisico

Het plaatsgebonden risico is een harde norm. Binnen de plaatsgebonden risicocontour van een bron zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.

De norm voor het groepsrisico is geen harde norm. Binnen de zone voor groepsrisico is een verantwoording van het groepsrisico nodig. De gemeente is hier verantwoordelijk voor.

Er wordt uitdrukkelijk door de veiligheidsregio (brandweer) gekeken naar de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid. Bij basisscholen met jonge kinderen van 4-12 jaar is sprake van een verminderde zelfredzaamheid. Zorg er daarom voor dat scholen niet te dicht bij risicobronnen komen. En kijk extra zorgvuldig naar hulpverlening en vluchtmogelijkheden.

Meer informatie over externe veiligheid kunt u vinden onder:


Hoe werkt het onder de Omgevingswet?