Kavelruil is een kansrijk instrument

Stedelijke kavelruil meer bekendheid geven, stimuleren of zelfs met regelgeving afdwingen? Bert Hoeve, hoofd afdeling ruimte en advies van het Kadaster, en Yvonne van der Laan, afdelingsmanager Omgevingsstelsel en Ontwerp bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, blikken terug op 2,5 jaar stimuleringsprogramma stedelijke kavelruil.

Bert Hoeve geldt zo'n beetje als de geestelijk vader van het stimuleringsprogramma stedelijke kavelruil. Het principe van kavelruil wordt in het landelijke gebied immers al sinds jaar en dag toegepast. "Dus waarom zou je dat principe ook niet in het stedelijk gebied kunnen toepassen?", vraagt Bert Hoeve in de workshop over de resultaten van het stimuleringsprogramma tijdens het congres 'Geboeid door stedelijke kavelruil'. "In het wetsvoorstel voor de Aanvullingswet grondeigendom is een regeling voor vrijwillige stedelijke kavelruil opgenomen. Met het stimuleringsprogramma hebben we hierop een voorschot kunnen nemen door met pilots te experimenteren", voegt Yvonne van der Laan toe.

Kansrijk

Het tweetal is het erover eens dat het stimuleringsprogramma heeft laten zien dat stedelijke kavelruil wel degelijk een kansrijk instrument is bij gebiedsontwikkelingen. "Het feit dat er nog geen daadwerkelijke overeenkomst gesloten is, zegt niks over wat we hebben bereikt", benadrukt Van der Laan. Daarvoor hebben de veertien pilots volgens haar de nodige kennis opgeleverd. Zo is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat de gemeente een heldere positie moet kiezen bij de gewenste gebiedsontwikkeling. Een positie die overigens afhankelijk kan zijn van de fase waarin een project verkeert. Dat kan zijn als hoeder van het algemeen belang, als eigenaar van gronden maar ook als inspirator of facilitator van het proces. De pilots hebben verder geleerd dat het voor private partijen van belang is om zich te verenigen, met elkaar het gesprek aan te gaan over de ontwikkelingen van een gebied en te zoeken naar gedeelde belangen. "Voor private partijen is het belangrijk dat ze inzicht hebben in wat de gebiedsontwikkeling voor hen betekent. Het vraagt ook om vertrouwen en over de horizon heen leren kijken", aldus Bert Hoeve. "De basis van succes", benadrukt Van der Laan, "is dat bij partijen het gevoel dat ze er beter van worden de boventoon moet voeren. Het gaat altijd om een goede verdeling tussen de lusten en de lasten. Als echter de lust minder aanvoelt dan zal de last de boventoon voeren en gaat de stedelijke kavelruil onherroepelijk mislukken."

Kracht

En zeker omdat de stedelijke kavelruil als een vrijwillige regeling in de Aanvullingswet is opgenomen kan het niet juridisch worden afgedwongen. Hoeve: "Het vrijwillige aspect is zowel de kracht als de zwakte van de regeling." Een belangrijke conclusie van het stimuleringsprogramma is dan ook dat een stedelijke kavelruilvariant met een verplichtend karakter de nodige aandacht moet krijgen. Tegelijkertijd wordt er in Nederland zwaar aan ons eigendomsrecht gehecht. Lara Brand, secretaris van de klankbordgroep van het stimuleringsprogramma en één van de aanwezigen bij de workshop: "Wel of geen dwang is feitelijk een dogmatische discussie. Want in het kader van het algemeen belang kan een gemeente altijd nog onteigenen. Als de overheid iemand onteigent, dan moet zij daar een hoge prijs voor betalen. Vervolgens geeft de overheid die partij een enkele reis met onbekende bestemming. Hebben we het over stedelijke herverkaveling, dan voeg je daarmee eigenlijk een extra arrangement toe. Iemand kan namelijk een nieuw plekje in hetzelfde gebied krijgen óf die enkele reis. Met andere woorden", zegt Brand, "tussen zwart en wit zijn nog heel wat slimme schakeringen grijs te bedenken."

Maatregelen

Hoeve en Van der Laan vinden dat het programma in de afgelopen 2,5 jaar flink heeft bijgedragen aan de bekendheid en toepassing van stedelijke kavelruil om gebiedsontwikkeling op gang te brengen. Om het nu daadwerkelijk een stap verder te brengen, moet er worden nagedacht over maatregelen om kavelruil als instrument sneller in te zetten. "Te denken valt aan een mogelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting en de rol van banken als het gaat om de financiële consequenties van de stedelijke kavelruil", aldus Hoeve. "We zijn nu bij Binnenlandse Zaken een nieuw programma aan het opbouwen waar stedelijke kavelruil een onderdeel van zal zijn. Dit programma met als werktitel Toekomstgericht Grondbeleid, komt ook mede op basis van de lessen en ervaringen van het Stimuleringsprogramma Stedelijke Kavelruil tot stand", besluit Yvonne van der Laan.

Artikel geschreven door: Ouwerkerk Tekst & Advies