Maatregelen

Het is belangrijk de bodemkwaliteit in een vroeg stadium in het planproces te betrekken. Hierdoor is er afstemming mogelijk tussen de ontwikkeling en de aanwezige bodemkwaliteit. Te laat betrekken van de bodemkwaliteit in de ruimtelijke planvorming kan negatieve gevolgen hebben. Zoals bijvoorbeeld een grootschalige sanering van de bodem. Dit is vaak erg kostbaar. Het is wenselijk dit (waar mogelijk) te voorkomen.

Oplossingen voor aanwezige bodemverontreiniging kunnen zijn:

  • fasering van de gewenste bestemmingen, die aansluit op de sanering.
  • een alternatieve (mogelijk minder gewenste) functietoedeling maken.

Voorbeelden van wat op het gebied van bodem in het bestemmingsplan geregeld kan worden:

  • bouwverbod (bijvoorbeeld via uitwerkingsplicht)opnemen. Als nog geen duidelijkheid bestaat over de bodemkwaliteit of als bodemsanering nodig is.
  • in een gedetailleerd bestemmingsplan: gericht bebouwing en wegen bestemmen op plekken met de grootste draagkracht van de bodem. Daarbij rekening houden met de aanwezige bodemkwaliteit.