Wro en geluid

Hier vindt u informatie over het aspect geluid in de Wro en de onderliggende regelgeving.

Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vooral een procedurewet. Zij bestaat uit een aantal instrumenten om de ruimtelijke besluitvorming te stroomlijnen. Daarnaast geeft zij richting in bevoegdheden in ruimtelijke besluitvorming. Het is een belangrijke wet om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen.

De Wro brengt een duidelijk onderscheid aan tussen:

Beleid

De Wro verlangt van iedere gemeente en provincie en Rijk een structuurvisie, waarin het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld staat beschreven.

Borging

De juridische borging van de doorwerking van het beleid vindt plaats in de AMvB Ruimte, provinciale verordeningen, bestemmingsplannen, inpassingsplannen en beheersverordeningen.

In alle hierboven genoemde instrumenten speelt het aspect geluid een rol. Dit kan op verschillende manieren:

  • als onderdeel van de inhoudelijke afweging. Bijvoorbeeld: Het ruimtelijk mogelijk maken van de functie "scheepswerf" via een bestemmingsplan heeft invloed op het woon- en leefklimaat van bestaande woningbouw. Ook kan deze nieuwe functie het lastiger maken om in de toekomst woningbouw mogelijk te maken.
  • als geluidgerelateerde verplichting. In een bestemmingsplan kan een verplichting staan dat een woning een "dove gevel" mag hebben vanwege de geluidbelasting.

Structuurvisie

De structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend beleidsdocument voor de ruimtelijke ontwikkeling. De gemeenten, provincies en het Rijk hebben de verplichting om in het kader van een goede ruimtelijke ordening voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. Ook is een structuurvisie mogelijk voor aspecten van het ruimtelijk beleid. De structuurvisie geeft eveneens aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren.

Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid

In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen verplichtingen specifiek voor het aspect geluid.

Rol geluid

Het aspect geluid zal hoofdzakelijk in de inhoudelijke onderbouwing van de beleidskeuzes in een structuurvisie een rol spelen.

Meer informatie vindt u op de webpagina Structuurvisie.

Algemene regels

De Wro voorziet in de bevoegdheid voor de provincies en het Rijk om door middel van een verordening respectievelijk een algemene maatregel van bestuur algemene of specifieke eisen te stellen aan ruimtelijke besluiten van lagere overheden of aan de kwaliteit van die beslissingen. De vaststelling van dergelijke algemene regels in een provinciale verordening of AMvB dient, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, tot borging van de provinciale - en nationale belangen.

In de meeste gevallen richten deze eisen zich op de inhoud van bestemmingsplannen, beheersverordeningen of Omgevingsvergunning ruimte.

Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid

In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen verplichtingen specifiek voor het aspect geluid.

Rol geluid

Het aspect geluid zal hoofdzakelijk in de inhoudelijke onderbouwing van de regels en voorwaarden een rol spelen.

Meer informatie vindt u op de webpagina Algemene regels.

Bestemmingsplan

Bij het bestemmingsplan gaat het om het ruimtelijk mogelijk maken van aan de ene kant bronnen van geluid (zoals industrie, spoor- en wegverkeer) en aan de andere kant bestemmingen die een zekere mate van rust nodig hebben (zoals woningen en ziekenhuizen).

Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid

In de Wro zelf staan voor het instrument bestemmingsplan geen verplichtingen specifiek voor het aspect geluid opgenomen. Toch zijn in bepaalde situaties wel degelijk wettelijke verplichtingen bij de beoordeling van het aspect geluid. Deze verplichtingen zijn in andere wettelijke kaders opgenomen:

  • gezoneerde industrieterreinen (hoofdstuk V, Wet geluidhinder). Zie voor meer informatie: Systematiek industrielawaai Wgh.
  • wegverkeerslawaai: bouwen van gevoelige bestemmingen bij wegen (niet zijnde 30-km wegen) of de aanleg van wegen (niet zijnde 30-km wegen of hoofdwegen), (hoofdstuk VI Wet geluidhinder). Zie voor meer informatie: Systematiek wegverkeerslawaai Wgh.
  • spoorweglawaai: bouwen van gevoelige bestemmingen bij spoorwegen of de aanleg van (spoor)wegen (niet zijnde hoofdspoorwegen), (hoofdstuk VII Wet geluidhinder. Zie voor meer informatie: Systematiek spoorweglawaai Wgh.
  • luchtvaartlawaai (Wet Luchtvaart).

Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (art. 3.1.1) zijn er voor het aspect geluid enkele verplichtingen waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. Dit gaat alleen op voor zover dit nodig is voor de uitvoering van de Wgh geluidhinder. Het gaat om het vastleggen van grondslagen van de beoordeling van geluid, zoals de ligging van de gevel (c.q. rand bouwvlak) en typering van de te beoordelen weg (aantal rijstroken en dergelijke).

Rol van geluid

De belangrijkste rol van het aspect geluid is als onderdeel van de inhoudelijke afweging. Voor situaties waarvoor geen wettelijk beoordelingskader voor het aspect geluid aanwezig is zal de beoordeling plaats moeten vinden op basis van het algemene beoordelingskader "een goede ruimtelijke ordening" (art. 3.1 Wro).

Daarnaast kan het aspect geluid spelen als geluidgerelateerde verplichting. Is een bepaalde milieumaatregel nodig om tot een goede ruimtelijke ordening te komen? Dan is het aan te raden deze te borgen in het bestemmingsplan. Voorbeelden hiervan zijn de toepassing van de dove gevel of het gebruik van een (nieuwe) weg afhankelijk maken van de aanwezigheid van geluidschermen.

Meer informatie is te vinden op de webpagina's Uitleg bestemmingsplan en Milieu in het bestemmingsplan.

Beheersverordening

De beheersverordening is als het over juridische status gaat, gelijk aan het bestemmingsplan. Dit instrument heeft als doel om bestaande situaties vast te leggen. Het is mogelijk deze in plaats van een bestemmingsplan op te stellen. Het instrument beheersverordening kan interessant zijn voor bestaande gebieden waar men geen ontwikkelingen voorziet. Denk daarbij aan woonwijken.

Het is niet de bedoeling om met de beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Beperkte uitbreidingsmogelijkheden bieden, zoals erfbebouwing of dak opbouwen mag wel overeenkomstig het geldende bestemmingsplan.

Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid

In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen verplichtingen specifiek voor het aspect geluid. Ook de Wgh maakt geen wettelijke koppeling met de beheersverordening.

Rol geluid

Gezien het karakter van dit instrument, het vastleggen van een bestaande situatie, speelt het aspect geluid hier geen rol.

Meer informatie over de beheersverordening vindt u op de webpagina Beheersverordening.

Coördinatieregeling

Vanuit de Wro is het mogelijk om de verschillende besluiten die samenhangen met de realisatie van ontwikkelingen te coördineren. Hiermee kan men de benodigde uitvoeringsbesluiten, inclusief omgevingsvergunningen van de Wabo, coördineren met het vaststellingsbesluit van het bestemmingsplan of inpassingsplan. Dit is zowel voor het bevoegde gezag als voor belanghebbenden een stuk overzichtelijker. Daarnaast geldt bij de coördinatieregeling een en hetzelfde rechtsbeschermingstraject. Belanghebbenden moeten eerst hun zienswijzen laten weten tegen een (ontwerp)besluit. Vervolgens kunnen zij in beroep in eerste en enige aanleg bij de Raad van State.
Er is een gemeentelijke - (art. 3.30 Wro), provinciale - (art. 3.33 Wro) en een Rijkscoördinatieregeling (art. 3.35 Wro).

Rol geluid

Bij zowel een bestemmingsplan- als een hogere waarde procedure gelden identieke voorbereidings- en beroepsprocedures. Bij een omgevingsvergunning én een hogere waarde is dit niet altijd het geval. De coördinatieregeling biedt dan de mogelijkheid om voor meerdere in verband met elkaar te nemen besluiten één en dezelfde procedure te doorlopen.