Maatregelen

Mogelijke maatregelen om geurhinder te voorkomen kunnen onderverdeeld worden in:

Maatregelen in de omgeving

In eerste instantie moet gekeken worden of er voldoende afstand aangehouden kan worden. Op basis van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)-publicatie Bedrijven en milieuzonering en/of de omgevingsvergunning van het bedrijf kan bepaald worden welke afstand aangehouden moet worden tussen het bedrijf en een gevoelige functie.

Ook is het mogelijk om geurzones vast te leggen in het bestemmingsplan. Hierdoor kan worden voorkomen dat in de toekomst geurhinder zal ontstaan. Binnen de geurzones rond geurgevoelige locaties kunnen beperkingen gelden ten aanzien van de bestemming van potentiële geurbronnen. Omgekeerd kunnen binnen de geurzones rond geurbronnen beperkingen gelden ten aanzien van de bestemming van geurgevoelige objecten. Uiteraard blijven voor de gebieden andere bestemmingen mogelijk. Er is dus aandacht nodig voor de indeling van industrieterreinen (de locatie van de geurbronnen), clustering of juist ruimtelijk ontvlechten van activiteiten en afspraken opnemen in civiele contracten (grondverkoop, gunning opdrachten).

Maatregelen aan de bron

Oplossingen voor die situaties waar voldoende afstand onmogelijk is, kunnen bijvoorbeeld worden gevonden in extra bronmaatregelen. Daarbij kan worden gedacht aan het nemen van maatregelen waarmee de uitstoot van geur wordt verlaagd (bijvoorbeeld met luchtwassers, biofilters of andere technieken) of het toepassen van lozingspuntverhoging.