Transitie naar zorgvuldige veehouderij Noord-Brabant

In het landelijke gebied van Noord-Brabant zorgt de ontwikkeling van veehouderijen tot steeds meer problemen. Steeds vaker ontstaat strijd met doelen voor een gezonde en schone leefomgeving. Daarnaast komt de ontwikkeling van natuur en landschap in het gedrang. Zie artikel 7l van het Besluit Uitvoering Chw.

Toepasselijk gebied

Het gaat om de provincie Noord-Brabant.

Afwijking regels

Aanvullend op artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) mag de provincie extra regels opstellen voor bestemmingsplannen. Die mogen toezien op:

  • een veilige en gezonde fysieke leefomgeving
  • een goede omgevingskwaliteit

Hiertoe kunnen regels behoren waarbij:

Het college van burgemeester en wethouders mag:

  • ondanks het Besluit emissiearme huisvesting en paragraaf 3.5.8 van het Activiteitenbesluit:
    • bij beschikking
    • maatregelen voorschrijven
    • om de emissie van geur of zwevende deeltjes te verminderen
    • als blijkt dat de nadelige gevolgen van deze emissie voor het milieu verder kunnen of moeten worden beperkt
    • onder de voorwaarde dat sprake is van een urgentiegebied. Dit gebied kan men voor maximaal 10 jaar aanwijzen.

Overzicht wijzigingen

In het Besluit uitvoering Chw, negende tranche, staat deze regeling.

De elfde tranche wijzigde artikel 7l, lid 2.

De twaalfde tranche verving 'Besluit ammoniak huisvesting veehouderij' voor 'Besluit emissiearme huisvesting' en schrapte artikel 6.24s van het Activiteitenbesluit.

Achtergrondinformatie

De Brabantse veehouderij heeft een koppositie in de wereld. De gevolgen van de veehouderij zijn wel heel groot voor de fysieke en sociale omgeving. De provincie wil nu de overlast definitief oplossen voor een fatsoenlijk woon- en leefklimaat in de provincie. Dit experiment draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van de urgentiegebieden. Het biedt kansen om de kwaliteit van de leefomgeving op een andere manier te regelen en te verbeteren.