Oude bestemmingsplannen en Bevi beoordeling

  • Elk bestemmingsplan moet voldoen aan de eis van goede ruimtelijke ordening. Daar hoort ook een groepsrisicoafweging bij. Bij bestemmingsplannen van voor de inwerkingtreding van het Bevi hoeft deze niet strikt volgens artikel 13 Bevi plaats te vinden.
  • Uitgangspunt bij het beoordelen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is dat uitgegaan wordt van de vastgelegde doorzet in de milieuvergunning.
  • Een natuurijsbaan is een beperkt kwetsbaar object; wanneer de contour van een LPG tankstation hierover valt dient de afwijking van de richtwaarde te worden gemotiveerd en dient er een afweging met betrekking tot het groepsrisico gemaakt te worden.

2.25. De Afdeling overweegt allereerst dat, anders dan de raad en het college hebben aangenomen, uit het overgangsrecht in artikel 25 van het Bevi volgt dat de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, zoals uitgewerkt in artikel 13 van het Bevi, niet op dit vóór de inwerkingtreding van het Bevi vastgestelde bestemmingsplan van toepassing is. Zoals in de Nota van Toelichting bij het Bevi (Stb. 2004, 250) is gesteld, wil dit echter niet zeggen dat er ten aanzien van de uitgezonderde bestemmingsplannen geen verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico zou gelden. De overgangsbepaling houdt uitsluitend in dat aan die verantwoordingsplicht niet strikt volgens de eisen van artikel 13 van het Bevi vorm behoeft te worden gegeven. Elk bestemmingsplan moet immers op grond van artikel 10 van de WRO voldoen aan de eis van een goede ruimtelijke ordening. Daar hoort, aldus de Nota van Toelichting, in voorkomend geval ook een afweging ten aanzien van het groepsrisico bij.

2.25.1. Ten tijde van het bestreden besluit was in de milieuvergunning voor het tankstation aan de Hoofdstraat 204 geen maximale lpg-doorzet opgenomen. Wel was in voorbereiding een wijziging van de milieuvergunning om een maximale doorzet van 1.000 m3 als voorwaarde op te nemen. In het aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde onderzoeksrapport van Oranjewoud is, op aangeven van het gemeentebestuur, om die reden uitgegaan van een maximale lpg-doorzet van 1.000 m3 per jaar.

Door zich op dit rapport van Oranjewoud te baseren, is het college van een onjuist uitgangspunt uitgegaan. Voor het bepalen van het plaatsgebonden risico en bij de verantwoording van het groepsrisico is uitgangspunt hetgeen ten tijde van het bestreden besluit in de geldende milieuvergunning was opgenomen. In de milieuvergunning zoals deze gold ten tijde van het bestreden besluit, was de doorzet niet gemaximeerd en ook anderszins was de doorzet in deze vergunning niet beperkt. Gesteld noch gebleken is dat de vergunde installaties een lpg-doorzet van 1.000 m3 of meer per jaar technisch niet mogelijk maken. Onder deze omstandigheden kon een hogere doorzet dan 1.000 m3 niet worden uitgesloten. Dat de feitelijke doorzet in de afgelopen jaren lager is geweest dan 1.000 m3 en dat het voornemen bestond de doorzet te maximeren op 1.000 m3, maakt het voorgaande niet anders. Door in het kader van het besluit omtrent goedkeuring van het bestemmingsplan uit te gaan van een maximumdoorzet van 1.000 m3 lpg per jaar en met dat uitgangspunt aan het Bevi en de Revi te toetsen, is het bestreden besluit genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.

2.28. Uitgaande van de inmiddels tot maximaal 1.000 m3 per jaar vergunde lpg-doorzet geldt voor het plaatsgebonden risico ingevolge het Bevi, gelezen in samenhang met de Revi, als richtwaarde een afstand van ten minste 45 meter vanaf het lpg-vulpunt tot beperkt kwetsbare objecten. Een natuurijsbaan is als een beperkt kwetsbaar object aan te merken. Vast staat dat een klein gedeelte van de natuurijsbaan is voorzien binnen een afstand van 45 meter vanaf het lpg-vulpunt. Er bevinden zich binnen deze afstand geen al dan niet geprojecteerde kwetsbare objecten. Ook bevinden zich binnen de gegeven afstanden vanaf het ondergrondse reservoir en de afleverzuil geen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten.

2.28.1. Voor het groepsrisico geldt ingevolge bijlage 2, tabel 1, van de Revi bij een doorzet tot 1.500 m3 een invloedsgebied van 150 meter. Het betoog van [appellanten] dat van een invloedsgebied van 300 meter dient te worden uitgegaan, houdt verband met een niet-gemaximeerde doorzet en kan, nu de doorzet inmiddels is gemaximeerd tot 1.000 m3 per jaar, niet slagen. Binnen het invloedsgebied van 150 meter bevinden zich bestaande woningen en bestemmingsplandelen waar is voorzien in woonbebouwing.

2.28.2. Het vorenstaande brengt met zich dat de afwijking van de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico zal moeten worden gemotiveerd en dat een afweging dient te worden gemaakt inzake de gevolgen voor het groepsrisico. In dat verband zal de Afdeling de overige door [appellanten] ingebrachte beroepsgronden beoordelen. Hierbij kan, zoals ook het college in het bestreden besluit heeft gedaan, mede gebruik worden gemaakt van het in 2.24. bedoelde onderzoek van Oranjewoud, het in 2.24.1. bedoelde advies van de regionale brandweer en de in 2.24.2. bedoelde schriftelijke uiteenzetting van het college van burgemeester en wethouders, aangezien in deze stukken is uitgegaan van een gemaximeerde lpg-doorzet tot 1.000 m3 per jaar.

Vindplaats 200802581/1 11-2-2009 Overbetuwe