Consultatie aanpassing Activiteitenregeling met PGS 31

De Activiteitenregeling wordt aangepast met de PGS 31. Tot en met 16 januari 2020 kunt u reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting.

Aanleiding

In de Activiteitenregeling wordt nu voor ADR klasse 5.1, 8 VG II en III stoffen, PER en polyesterhars verwezen naar de PGS 30: Vloeibare brandstoffen: bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties. Voor bepaalde organische oplosmiddelen in ondergrondse opslagtanks wordt nog verwezen naar de PGS 28. De reden hiervoor is dat er geen PGS richtlijn was voor de opslag van andere gevaarlijke stoffen dan vloeibare brandstoffen in opslagtanks. Sinds april 2018 is hier verandering in gekomen door de PGS 31: Overige gevaarlijke vloeistoffen: opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties.

Aansluiting Bal

De aangepaste Activiteitenregeling zal binnen korte tijd opgevolgd worden door het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Bij de aanpassing is daarom zoveel als mogelijk aangesloten op het Bal. Dit betekent het volgende:

  • Voor ADR klasse 5.1 en ADR klasse 8 stoffen VG II en III zijn alleen bodemvoorschriften opgenomen.
  • De PGS 31 gaat wel gelden voor:
    • Bovengrondse opslag van polyesterhars (≤10 m3) en PER (≤15 m3)
    • de ondergrondse opslag van genoemde organische oplosmiddelen
    • de bovengrondse opslag van benzine tot 300 liter bij autodemontagebedrijven

Verbeterpunten

Vanuit veiligheidsoogpunt zijn er de volgende verbeterpunten:

  • Installatie volgens BRL K 903 voor ADR klasse 5.1 (voor een tank met ondergrondse leidingen) en PER.
  • Niet meer handmatig peilen (nieuwe tanks).
  • Extra voorschriften over good housekeeping, logboek en het vullen van de opslagtank vanuit een tankwagen.
  • Aanhouden van afstand vanaf de opvangvoorziening van ontvlambare vloeistoffen (polyesterhars) tot aan brandbare objecten. Als aanhouden van afstand niet mogelijk is: het nemen van aanvullende maatregelen (brandmuur of blus- /koelvoorziening).