PGS 15 - Opslag van beperkte hoeveelheid organische peroxiden

Let op: U bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2016. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2011.

In hoofdstuk 9 zijn eisen gesteld voor de opslag van kleine hoeveelheden organische peroxiden (klasse 5.2) al dan niet samen met andere gevaarlijke stoffen.

Organische peroxiden (ADR-klasse 5.2) moeten in principe worden opgeslagen volgens de PGS 8. In de praktijk komt het regelmatig voor dat naast de reguliere gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen ook organische peroxiden worden opgeslagen. In hoofdstuk 9 is ingegaan op de voorwaarden waaronder een dergelijke opslag mogelijk is.

Inleiding

Organische peroxiden (ADR klasse 5.2)  worden onder andere bij polymerisatiereacties gebruikt en zijn basisgrondstoffen voor kunststoffen en rubber. Voorbeelden van consumentenproducten zijn twee-componentenlijm en pasta tegen houtrot. Organische peroxiden worden ook in de farmaceutische industrie toegepast. Een voorbeeld is benzoylperoxide dat als middel tegen acne wordt gebruikt.

Organische peroxiden zijn zeer reactieve en thermisch instabiele stoffen en  zeer gevoelig voor warmte van buitenaf. Een organisch peroxidemolecuul bevat een oxidator (zuurstof) en een brandstof (koolwaterstof). Als een ontstekingsbron aanwezig is, kan hierdoor eenvoudig een reactie plaatsvinden. Een brand kan vervolgens ontstaan en uitbreiden.

Organische peroxiden kunnen ontleden bij verhoogde temperaturen, maar vaak ook al bij omgevingstemperatuur. De ontledingsreactie kan optreden door warmte, contact met verontreinigingen, stoten of wrijving. Veelal moeten deze stoffen gekoeld opgeslagen worden.

Veel organische peroxiden kunnen giftig of corrosief zijn. Bij calamiteiten kunnen hete, brandbare dampen vrijkomen die spontaan kunnen ontbranden. Bovendien kan de vrijgekomen dampwolk een tweede (gas/damp)explosie veroorzaken door spontane ontbranding of door contact met een externe ontstekingsbron.

Organische peroxiden zijn ingedeeld van type A (meest risicovol) tot type G (minst risicovol). Organische peroxiden van het type G worden niet als gevaarlijke stof aangemerkt. De voorschriften beperken zich voor deze stoffen tot bodembescherming. Bij de opslag van overige organische peroxiden (type A t/m F) zijn wel veiligheidsmaatregelen nodig. In de PGS 8 zijn voor de opslag van deze organische peroxiden daarom specifieke voorschriften opgesteld.

De opslag van thermostabiele organische peroxiden (type C t/m F) in kleine verpakkingseenheden (LQ) is minder risicovol. Het is mogelijk deze stoffen op te slaan onder het  regime van hoofdstuk 9 van PGS 15.

De minimale randvoorwaarden zijn:

  • Er is alleen sprake van organische peroxiden die zijn verpakt als ‘limited quantities’ (LQ) (3.4 van het ADR) en
  • Er is alleen sprake van UN-nummer 3103 t/m 3110 (type C t/m F, thermostabiel) en
  • Er maximaal 1.000 kg per opslagvoorziening aanwezig is bij meer dan 1000 kg van stoffen in klasse 5.2 geldt de PGS 8

20180125 Def Randvoorwaarden hoofdstuk 9

Voor de diverse type organische peroxiden worden volgens het ADR de volgende limited quantities aangehouden.

limited quantities per type organische peroxide
Organische peroxide (geen temperatuursbeheersing noodzakelijk) Vloeibare vorm LQ (ml) Vaste vorm LQ (gram)
Type C 25 100
Type D 125 500
Type E 125 500
Type F 125 500

Zie tabel onder Hoofdstuk 3.2 randnummer 3.2.1 Tabel A: Lijst van gevaarlijke goederen (pagina 434 van het ADR 2017).

Wanneer sprake is van een dubbele verpakking, zoals bijvoorbeeld bij een twee-componentenlijm, moet bij het vaststellen van de opslageisen worden uitgegaan van de hoeveelheid van de peroxide-component in de verpakking.

etiket52nieuw

Voorschriften

Voor de opslag van een beperkte hoeveelheid organische peroxiden gelden naast de voorschriften in hoofdstuk 9 ook de voorschriften van hoofdstuk 3.

De voorschriften van hoofdstuk 9 van de PGS 15 gelden als  er voldaan wordt aan de in de inleiding genoemde randvoorwaarden. Aan de hand van deze voorschriften wordt het mogelijk gemaakt een beperkte hoeveelheid van deze stoffen op te slaan.

Hierbij worden drie situaties onderscheiden: opslag van uitsluitend organische peroxiden (maximaal 1.000 kg), opslag naast andere gevaarlijke stoffen (totaal 10.000 kg of minder) en opslag naast andere gevaarlijke stoffen (totaal meer dan 10.000 kg).

Hierbij gelden de volgende voorschriften:

Opslag van organische peroxiden naast andere gevaarlijke stoffen
(totaal > 10.000 kg)

  • Hoofdstuk 3 en 4 zijn ook van toepassing
  • Organische peroxiden zijn in een apart vak gescheiden van andere gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen of in een alleen daarvoor bestemde, gesloten brandveiligheidsopslagkast
  • Beschermingsniveau 1, opgenomen in het UPD
  • Bij het aparte vak of op de kast is het peroxide-etiket (voor transport) aangebracht
  • Er is een nooddrukontlasting van 0.25 m²
  • Eventuele verwarming moet voldoen aan paragraaf 5.2 van PGS 8

Opslag van organische peroxiden naast andere gevaarlijke stoffen
(totaal minder dan 10.000 kg)

  • Hoofdstuk 3 is ook van toepassing
  • Uitpandige opslagvoorziening
  • Fysieke scheiding tussen organische peroxiden en andere producten
  • Maximaal 10% van de opslag betreft organische peroxiden
  • Het peroxide-etiket (voor transport) moet zijn aangebracht
  • Ventilatie die overeenkomt met een nooddrukontlasting van 0,25 m2
  • Eventuele verwarming moet voldoen aan paragraaf 5.2 van PGS 8

Opslag van uitsluitend organische peroxiden
(dedicated opslag van minder dan 1.000 kg)

  • Hoofdstuk 3 is ook van toepassing
  • Uitpandige opslagvoorziening
  • Een brand mag geen andere activiteiten of opslagen beïnvloeden (bepaling warmtecontouren nodig)
  • Fysieke scheiding tussen organische peroxiden en andere producten
  • Het peroxide-etiket (voor transport) moet zijn aangebracht
  • Ventilatie die overeenkomt met een nooddrukontlasting van 0,25 m2
  • Eventuele verwarming moet voldoen aan paragraaf 5.2 van PGS 8