Lozingsvoorschriften industriele tankautoreiniging

In Nederland wordt jaarlijks een groot aantal bulkproducten over de weg vervoerd. Dit gebeurt onder andere in tankauto's, tankcontainers en opzettanks. Tankauto's worden in het algemeen na elke lading en productwisseling gereinigd. Dit wordt gedaan door gespecialiseerde tankautoreinigingsbedrijven. Deze bedrijfstak wordt gekenmerkt door een grote diversiteit in bedrijven en een complexe verzameling stoffen die vrijkomen als gevolg van het reinigen van tankauto's.

De activiteit onderscheidt zich van het reinigen van tankauto's zoals dat bij bedrijven zelf plaatsvindt. Daar vinden handelingen plaats waarbij afvalwater met dezelfde verontreinigingen ontstaat. Hiervoor geldt een andere aanpak (zie § 4.8.1 van het Activiteitenbesluit).

Vindplaats

Industriële tankautoreinigingsbedrijven zijn vergunningplichtig op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De lozingseisen en voorwaarden worden vastgelegd in de omgevingsvergunning (voor indirecte lozingen) of in de watervergunning (voor directe lozingen).

Voor deze bedrijfstak is in 2002 door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) het rapport Integrale bedrijfstakstudie tankautoreiniging (pdf, 1.1 MB) + bijlagen (pdf, 394 kB) opgesteld. Het juridisch kader in dit CIW-document is verouderd, de inhoudelijke informatie is nog toepasbaar. Het CIW-document is in bijlage 1 van de Mor (Ministeriële Regeling Omgevingsrecht) aangewezen als BBT-document.

In bijlage Vb van het CIW-rapport zijn modelvoorschriften voor een vergunning te vinden. In zijn algemeenheid geldt voor de industriële tankautoreinigers een verbod op het lozen van ladingrestanten, van waterbezwaarlijke stoffen die niet op een doelmatige manier door het bedrijf kunnen worden behandeld, en van voorwaswater afkomstig van waterbezwaarlijke stoffen.

BBT

De afvalwaterstromen die bij tankautoreiniging vrijkomen zijn zeer divers van samenstelling en bevatten een cocktail aan verontreinigingen. Integrale verwerking van de totale verzamelde afvalwaterstromen is technisch zeer complex en economisch niet haalbaar. Daarom is er sprake van een aanpak waarbij de verwerking is gekoppeld aan het product. Uitgangspunt bij het lozen is het toepassen van de beste beschikbare techniek (BBT). BBT voor de tankautoreinigers bestaat uit de volgende elementen:

Preventie (bijlage 10 van het CIW-rapport) door:

  • voorzieningen om ladingrestanten zo goed mogelijk af te tappen
  • toepassing van nieuwe reinigingstechnieken, waaronder minder water verbruikende waskoppen
  • gebruik van computergestuurde systemen of procesondersteunende computersysteme;
  • voorkomen van contaminatie van waswaterstromen
  • dedicated gebruik van reinigingsbanen waarop gelijksoortige categorieën stoffen worden behandeld
  • afstemmen van reinigingsmiddelen op de aanwezige verontreinigingen
  • hergebruik van spoelwater als voorwaswater
  • gebruik van regenwater als voorspoelwater of als water voor externe reiniging
  • organisatorische preventieve maatregelen

Stoffenaanpak en verwerkingsmatrix (tabel 5 en bijlage 7 van het CIW-rapport)
Om de 'gedifferentieerde aanpak' vorm te geven is gekozen voor een stoffenaanpak. Deze stoffenaanpak houdt in dat de producten die bij een bedrijf worden aangeboden, op grond van de in die producten voorkomende stoffen en hun eigenschappen worden ingedeeld in een aantal groepen welke verbonden zijn aan de mogelijkheden van verwerking bij dat bedrijf. De stoffenaanpak is gebaseerd op de milieubezwaarlijkheid van de stoffen. De aanpak sluit daarmee aan bij de Algemene Beoordelings Methodiek (ABM) voor stoffen en preparaten. Op basis van de stofeigenschappen wordt het product, afhankelijk van het voorzieningenniveau bij het bedrijf ingedeeld in categorie A, B, C of D:

  1. het product is niet waterbezwaarlijk en/of kan met voldoende rendement worden behandeld in de afvalwaterzuiveringsinstallatie van het bedrijf
  2. het product is waterbezwaarlijk en/of wordt met onvoldoende rendement verwijderd in de installatie van het bedrijf. Daarom moet eerst een 'voorwas' worden uitgevoerd. Het voorwaswater wordt afgevoerd naar een vergunninghouder voor afvalverwerking, het hoofdwaswater kan worden verwerkt door het bedrijf
  3. het product is waterbezwaarlijk en kan niet worden verwerkt door de installatie van het bedrijf. Het waswater moet worden voorbehandeld via een actiefkoolkolom voordat het verwerkt wordt in de zuiveringsinstallatie. Wanneer nodig kan er eerst worden voorgewassen
  4. het product is waterbezwaarlijk en wordt met onvoldoende rendement verwijderd in de installatie van het bedrijf, daarom moeten de voorwas en de hoofdwas worden afgevoerd naar een vergunninghouder voor afvalverwerking

De verwerkingsmatrix is een methode om te bepalen welke techniek(en) er moet(en) worden gebruikt om bepaalde stoffen te verwijderen uit het afvalwater afkomstig van de reiniging van tankauto's. Afhankelijk van de voorzieningen en technieken die het bedrijf beschikbaar heeft, ontstaan er in combinatie met de lozingsroute (vuilwaterriool of oppervlaktewater) meer mogelijkheden om specifieke verontreinigingen te verwerken. Daarbij kan gedacht worden aan technieken zoals:

  • actiefkoolkolommen en -filters, voor het verwijderen van extraheerbare organohalogeenverbindingen (EOX) en onopgeloste bestanddelen
  • fysisch-chemische zuivering, bijvoorbeeld flocculatie/flotatie, voor het verwijderen van metalen, chemisch zuurstof verbruik (CZV) en (zwevende) onopgeloste bestanddelen
  • zandfilter, voor het verwijderen onopgeloste bestanddelen
  • oxidatief-biologische zuivering voor het verwijderen van CZV, stikstof en aromatische koolwaterstoffen (BTEX), metalen en EOX
  • biomembraanreactoren voor het verwijderen van CZV, stikstof, onopgeloste bestanddelen, BTEX, metalen en EOX
  • indampen, voor het verwijderen van CZV, onopgeloste bestanddelen, metalen, niet-vluchtige EOX
  • VOS-verwijdering

Acceptatie- en verwerkingsbeleid
Het is van belang dat de bedrijven over een adequaat acceptatie - en verwerkingsbeleid (AV-beleid) en toereikende procedures voor de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) beschikken. Dit is primair gekoppeld aan de afvalstoffenregelgeving. De acceptatie en verwerking heeft echter direct effect op de lozing van het afvalwater. In het AV-beleid heeft het bedrijf uitgewerkt op welke wijze acceptatie en verwerking van de aangeboden stoffen plaatsvindt. Het uitgangspunt is een doelmatige verwerking. De tankautoreiniger dient in verband met de complexiteit in het stoffenaanbod ook in te gaan op de werking van de maatregelen die de inzichtelijkheid en traceerbaarheid (AO/IC ), bij de bedrijfsvoering bevorderen. Hierin worden onder andere de volgende onderwerpen beschreven:

  • hoe wordt de bedrijfsvoering geborgd door registratie, melding en controle
  • hoe wordt dit gecommuniceerd
  • welke meetpunten zijn hierbij benodigd
  • wie zijn er verantwoordelijk

Met het AO/IC stelt het bedrijf het bevoegd gezag in staat om adequaat te oordelen over de vereiste inspanning ten aanzien van het acceptatie- en verwerkingsbeleid.

Voldoen aan lozingseisen (§7.4.3 van het CIW-rapport)
In het CIW-rapport zijn aanbevelingen opgenomen voor lozingseisen. Daarbij is onderscheid gemaakt in lozingen in het vuilwaterriool en lozingen in het oppervlaktewater. Bij de uitwerking van de effluenteisen zijn uniformiteit (harmonisering) in de normstelling, handhaafbaarheid en relevante genormeerde parameters als uitgangspunt gehanteerd. Er is gekeken welke parameters relevant zijn in combinatie met het type zuiveringsinstallatie (conform BBT). Bij het vaststellen van de hoogte van de aanbevolen lozingseis is rekening gehouden met wat in de praktijk haalbaar is. De in het CIW-rapport genoemde normen gelden als aanbeveling. Door de variatie in het voorzieningenniveau van de verschillende bedrijven en de specifieke lozingssituatie is de normering maatwerk.

Controleaspecten

De nadruk van de controle ligt op de doelmatige verwerking. Het AV-beleid moet aansluiten bij de aanwezige voorzieningen en er moet ook aantoonbaar gehandeld worden conform dit beleid. Het voldoen aan de lozingseisen is een goede maatlat voor de naleving van het AV-beleid. Wanneer er niet aan de lozingseisen kan worden voldaan is de kans groot dat het AV-beleid niet goed wordt nageleefd, of onvoldoende is afgestemd op de aanwezige voorzieningen.