Indieningsvereisten onttrekken of infiltreren grondwater

Als u een watervergunning wilt aanvragen of een melding wilt doen voor het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water in de bodem, moet u bij die aanvraag een beschouwing toevoegen van de mogelijke negatieve gevolgen die hierdoor ontstaan. Op deze pagina vindt u meer informatie over het opstellen van de effectbeschouwing.

Berekeningen en uitgangspunten

Voor de effectbeschouwing is het nodig dat u verschillende berekeningen uitvoert. Hanteer de onderstaande uitgangspunten voor de in te dienen effectbeschouwing. Vermeld telkens de informatiebronnen die u bij de berekeningen hebt gebruikt.

  • Bodemprofiel
    Beschrijf de lokale en regionale bodemopbouw. Hanteer daarvoor een maatgevende geohydrologische schematisatie (met kD- en c-waarden).
  • Grondwaterstanden/stijghoogten
    Geef per bodemlaag (deklaag en watervoerende pakketten, eventuele opsplitsing in tussenlagen) aan wat de maatgevende grondwaterstanden of stijghoogten zijn (gemiddeld hoogste, gemiddelde en gemiddeld laagste waarden).
  • Locatie-inrichting
    Beschrijf alle handelingen die op of in de bodem plaatsvinden (bijvoorbeeld damwanden, ontgravingen en grondverbeteringen), met een relevantie voor de hydrologische situatie. Kwantificeer ook alle uitgangspunten die relevantie hebben met deze hydrologische situatie (bijvoorbeeld omvang, diepte, doorlatendheid) en neem een kaart op met daarop de betreffende inrichting.

Effecten van grondwateronttrekkingen
Houdt bij het beschrijven van de effecten van grondwateronttrekkingen rekening met de onderstaande mogelijke effecten. Vermeld steeds de informatiebronnen die u hebt gebruikt.

  • Opbarstrisico
    Bij ontgravingen in een gebied met een bodemopbouw en hydrologische situatie waarbij opbarsten voor kan komen, maakt u met een opbarstberekening een inschatting van de kans op het opbarsten van de bodem.
  • Hydrologische invloed
    Geef per bodemlaag (deklaag en watervoerende pakketten, eventuele opsplitsing in tussenlagen) aan wat de maximale verlaging van de grondwaterstand/stijghoogte is en tot welke afstand het 5 cm-invloedsgebied maximaal reikt. Het 5 cm-invloedsgebied, alsmede overige relevante verlagings-isohypsen, geeft u ook grafisch weer op een kaart (op schaal) met een duidelijke topografische ondergrond.
  • Zettingen/maaivelddaling
    Bepaal via een zettingsberekening wat de maximale maaiveldzetting alsook het maximale zettingsverhang zal zijn.
  • Bebouwing en infrastructuur
    Op basis van de maximale grondwaterstands- en stijghoogteverlagingen en zettingen kunt u analyseren wat de kans op schade (constructief, architectonisch, paalrot) aan bebouwing en infrastructuur is door toedoen van de onttrekking.
  • Kwel/inzijging
    Geef aan in hoeverre de verticale stromingsrichting (kwel/inzijging) verandert door toedoen van de onttrekking. In gebieden met wisselend zoet, brak en/of zout grondwater in de betreffende bodemlagen geeft u aan in hoeverre zoet/brak (chloridegehalte 150 mg/l) en brak/zout (chloridegehalte 1.000 mg/l) grensvlakken worden verplaatst door toedoen van de onttrekking.
  • De invloed op overige grondwateronttrekkingen en -infiltraties
    Informatie over overige grondwateronttrekkingen en -infiltraties kunt u opvragen bij provincie of waterschappen. Beschrijf en onderbouw wat het maximale effect is van de onttrekking op overige grondwateronttrekkingen en infiltraties binnen het 5 cm-invloedsgebied van de onttrekking.
  • Bodemverontreinigingen
    Geef aan in hoeverre bestaande bodem- en grondwaterverontreinigingen door de onttrekking kunnen worden verplaatst.
  • Archeologie en aardkundige waarden
    Beschouw op basis van de maximale grondwaterstands- en stijghoogteverlagingen en zettingen wat de kans op schade aan archeologisch waardevolle objecten en aardkundige waarden is door toedoen van de onttrekking.
  • Landbouw, natuur (onder andere Natura 2000-gebieden) en waardevolle groenvoorziening
    Beschouw op basis van de maximale grondwaterstandsverlagingen wat de effecten voor landbouw, natuur en waardevolle groenvoorziening kunnen zijn door toedoen van de onttrekking. Kwantificeer eventuele vermindering van landbouwopbrengsten.

Effecten van infiltraties
Houd bij het beschrijven van de effecten van infiltraties rekening met de onderstaande mogelijke effecten. Vermeld steeds de informatiebronnen die u hebt gebruikt.

  • Opbarstrisico
    In een gebied met een bodemopbouw en hydrologische situatie waarbij opbarsten voor kan komen, maakt u met een opbarstberekening een inschatting van de kans op het opbarsten van de bodem.
  • Hydrologische invloed
    Geef per bodemlaag (deklaag en watervoerende pakketten, eventuele opsplitsing in tussenlagen) aan wat de maximale verhoging van de grondwaterstand/stijghoogte is en tot welke afstand het 5 cm-invloedsgebied maximaal reikt. Het 5 cm-invloedsgebied, alsmede overige relevante verhogings-isohypsen, geeft u ook grafisch weer op een kaart (op schaal) met een duidelijke topografische ondergrond.
  • Bebouwing en infrastructuur
    Beschouw op basis van de maximale grondwaterstands- en stijghoogteverhogingen wat de kans op schade (constructief, architectonisch) aan bebouwing en infrastructuur is door toedoen van de infiltratie.
  • Kwel/inzijging
    Geef aan in hoeverre de verticale stromingsrichting (kwel/inzijging) verandert door toedoen van de infiltratie. In gebieden met wisselend zoet, brak en/of zout grondwater in de betreffende bodemlagen geeft u aan in hoeverre zoet/brak (chloridegehalte 150 mg/l) en brak/zout (chloridegehalte 1.000 mg/l) grensvlakken worden verplaatst door toedoen van de infiltratie.
  • De invloed op overige grondwateronttrekkingen en -infiltraties
    Informatie over overige grondwateronttrekkingen en -infiltraties kunt u opvragen bij provincie of waterschappen. Beschrijf en onderbouw wat het maximale effect is van de infiltratie op overige grondwateronttrekkingen en infiltraties binnen het 5 cm-invloedsgebied van de infiltratie.
  • Bodemverontreinigingen
    Geef aan in hoeverre bestaande bodem- en grondwaterverontreinigingen door de infiltratie kunnen worden verplaatst.
  • Landbouw, natuur (onder andere Natura 2000-gebieden) en waardevolle groenvoorziening
    Beschouw op basis van de maximale grondwaterstandsverhogingen wat de effecten voor landbouw, natuur en waardevolle groenvoorziening kunnen zijn door toedoen van de infiltratie. Kwantificeer eventuele vermindering van landbouwopbrengsten.

Zie dit handboek