Juridisch kader zuiveren van afvalwater

Een afvalwaterzuivering is een installatie voor afvalbeheer. In Nederland wordt ervan uitgegaan dat stedelijk afvalwater wordt geloosd in de riolering en gezuiverd door een communale afvalwaterzuivering. Alleen bedrijfsafvalwater wat niet kan worden verwerkt door communale zuivering moet gezuiverd worden. Soms alleen door een simpele zuivering zoals olieafscheider, soms door een meer geavanceerde zuivering.

Vergunningplicht

Onder de Wabo leidt het hebben van een zuivering niet tot een speciale vergunningplicht voor een omgevingsvergunning. Alleen voor een zelfstandidge afvalwaterzuivering voor bedrijfsafvalwater is een omgevingsvergunning nodig. (categorie 27, BOR bijlage 1).

Met toepassing van de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) kan ook een zuivering voor bedrijfsafvalwater in eigen beheer een IPPC-installatie zijn. Door deze Europese richtlijn (RIE) worden grote afvalbeheerinstallaties aangewezen als vergunningsplichtig. Dit zijn installaties voor het verwijderen van (on-)gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag. Doordat de RIE van toepassing is, geldt dan een vergunningplicht voor omgevingsvergunning. Dat is zo bepaald in artikel 2 lid 1 van het BOR (Besluit omgevingsrecht).

Er is geen verschil of die vergunningplicht zijn oorzaak vindt in de RIE of vanuit de nationale wetgeving, de vergunningplichtige activiteiten volgens het BOR.

De RIE is niet van toepassing op zuiveringsinstallaties die vallen onder de Europese Richtlijn Stedelijk afvalwater. Deze richtlijn verplicht lidstaten om stedelijk afvalwater in te zamelen en te zuiveren.