Bouwen in het winterbed

Tijdens de winter is gewoonlijk een grotere toevoer van water dan in de zomer. Hierdoor kan de rivier buiten het zomerbed treden. Het zogenaamde winterbed zorgt er dan voor dat de rivier gereguleerd blijft.

De delen die niet overstromen tijdens de zomer worden uiterwaarden genoemd. Meestal wordt dit gebied als grasland gebruikt, omdat gewassen zouden beschadigen als het winterbed door de rivier gebruikt wordt.

Mogelijkheden voor wonen, werken en recreëren in het rivierbed moeten vooraf worden afgewogen. De afvoer van de rivier mag niet gehinderd worden door toekomstige activiteiten. Ook is het niet gewenst dat nieuwe activiteiten een belemmering vormen voor toekomstige verruiming van het rivierbed.

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) wordt niet meer gesproken over winterbed (of uiterwaarden) maar gebruikt met de term rivierbed.
Het rivierbed is het lage deel van een rivierdal waardoor meestal de gehele afvoer plaatsvindt. Dit is het zomerbed en het winterbed samen (uit: Aquo LOC begrippenlijst)

Waterregelgeving

De Beleidslijn grote rivieren (pdf, 1.7 MB) (de opvolger van de beleidslijn ruimte voor de rivier) is erop gericht de veiligheid tegen overstromingen te waarborgen en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De beleidslijn heeft als doel de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed van de grote rivieren te behouden en ontwikkelingen tegen te gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging feitelijk onmogelijk maken.

De beleidslijn is het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen in het rivierbed. De beleidslijn is aan de orde bij de concrete regulering van afzonderlijke activiteiten via de Waterwet en de daarop gebaseerde regelgeving.
De handreiking Beleidslijn grote rivieren (pdf, 17 MB) licht het beleid zoals vastgesteld in de Beleidslijn grote rivieren toe. Het ministerie van Infrastructuur heeft de Handreiking Beleidslijn Grote rivieren in voorjaar 2014 geactualiseerd. De voorgaande handreiking komt hiermee te vervallen.

Een rivierbed valt onder de definitie van oppervlaktewaterlichaam waaronder ook drogere oevergebieden vallen (voorheen was dit opgenomen in art. 1a Wet beheer rijkswaterstaatswerken). In de Waterregeling zijn kaarten opgenomen waarop te vinden is welke gebieden zijn aangewezen als drogere oevergebieden. Naar de kaarten bij de Waterregeling.
Zie ook over de afbakening tussen de Waterwet en de Wet bodembescherming: verontreiniging bodem en oever.

Voor het bouwen in een rivierbed is een watervergunning (artikel. 6.5 Waterwet) nodig op grond van artikel 6.12 lid 1 van het Waterbesluit. Een aantal gevallen zijn uitgezonderd van de vergunningplicht (artikel 6.12 lid 2 Waterbesluit), daarvoor gelden algemene regels.
Daar waar voor activiteiten in het rivierbed een watervergunning vereist is (of algemene regels gelden), gelden ook de in de Beleidslijn grote rivieren opgenomen beleidsregels grote rivieren als afwegingskader voor deze vergunningverlening.

Voor het bouwen in een winterbed/rivierbed is ook het ruimtelijk spoor relevant (bestemmingsplannen en de omgevingsvergunning voor bouwen). Zie op de site van Infomil: omgevingsvergunning/Wabo

Bestemmingsplannen

In titel 2.4 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro, voorheen ook wel AMvB Ruimte genoemd) is de ruimtelijke doorwerking van de Beleidslijn grote rivieren, de planologische kernbeslissing (pkb) Ruimte voor de rivier en het Nationaal Waterplan (voor zover het gebieden betreft die daarin worden gereserveerd voor mogelijke toekomstige rivierverruimende maatregelen) geregeld.

De artikelen 2.4.1 t/m 2.4.5 Barro zijn alleen van toepassing op activiteiten in (delen van) een rivierbed waarvoor op grond van de Waterwet en het Waterbesluit een vergunningplicht of algemene regels gelden (afstemming met de watervergunning). Een uitzondering geldt voor activiteiten in de gebieden die zijn aangewezen in Bijlage IV van het Waterbesluit ( zie artikel 6.16 Waterbesluit).

De artikelen 2.4.1. t/m 2.4.5 Barro stellen algemene eisen aan de inhoud van nieuwe bestemmingsplannen die betrekking hebben op gronden gelegen in het rivierbed. Doel is het voorkomen dat omgevingsvergunningen worden verleend voor afwijking van een bestemmingsplan voor werkzaamheden die in het kader van het Waterbesluit niet of alleen onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan. Dit kan zijn omdat ze een bedreiging vormen voor de waterafvoer of omdat zij de vergroting van de afvoercapaciteit feitelijk kunnen belemmeren.

De Beleidsregels grote rivieren en het Barro maken onderscheid tussen:

  • riviergebonden activiteiten (ja, op voorwaarde dat, zie art. 2.4.4 a t/m i Barro) en
  • niet-riviergebonden activiteiten (nee, behalve als, zie art. 2.4.4 j t/m m en 2.4.5 Barro).

Voor voorgenomen (bouw)activiteiten in de zogeheten bergende en stroomvoerende delen van het rivierbed stelt het Barro aan bestemmingsplannen enkele aanvullende eisen. Zo moeten resterende, blijvende effecten op de waterstand en afname van de bergingscapaciteit worden gecompenseerd. Vanwege de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet de financiering en tijdige realisering van die maatregelen zijn verzekerd. Dit geldt ook bij activiteiten die per saldo meer ruimte voor de rivier opleveren.

In de artikelen 2.4.6 en 2.4.7 van het Barro staat dat bestemmingsplannen gelegen in een reserveringsgebied voor toekomstige rivierverruiming geen nieuwe grootschalige of kapitaalintensieve ontwikkelingen mogelijk kunnen maken, voor zover daardoor toekomstige maatregelen ter verruiming van de rivier worden belemmerd (hinderen en/of onmogelijk maken).

Een goede inhoudelijke en procedurele afstemming tussen de rivierbeheerder en de betrokken gemeente is noodzakelijk, zowel bij de verlening van de watervergunning als het vaststellen van een bestemmingsplan. Bij het opstellen van een bestemmingsplan is ook de watertoets van toepassing (art. 3.1.1 Bro overleg en art. 3.1.6 Bro waterparagraaf),
Zie op de website van de Helpdesk Water: Watertoetsproces

Omgevingsvergunning

Voor het bouwen in een winterbed/rivierbed kan een omgevingsvergunning voor bouwen nodig zijn.

Met welke wetgeving kunt u nog meer te maken krijgen bij deze activiteit

Wanneer het rivierbed in een Natura 2000-gebied ligt of de voorgenomen activiteit gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied kan een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig zijn. Wanneer een beschermde planten- of diersoorten geraakt wordt door de voorgenomen activiteit kan een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming nodig zijn.

Op grond van de Ontgrondingenwet kan een ontgrondingvergunning zijn vereist. Voor ontgrondingen in rijkswateren moet rekening worden gehouden met het Besluit ontgrondingen in rijkswateren, de Regeling ontgrondingen in rijkswateren en Beleidsregels ontgrondingen in rijkswateren.


Zie ook in het Handboek Water

Relevante websites