Meten, bemonsteren en analyseren van afvalwater

Het meten, bemonsteren en analyseren van afvalwater is niet meer een automatische verplichting in de vergunning voor bedrijven. In sommige gevallen geldt deze verplichting nog wel. Bijvoorbeeld voor het bepalen van de zuiverings- en/of verontreinigingsheffing. De handhaver bepaalt via meten, bemonsteren en analyse van afvalwater of de lozer aan de gestelde lozingseisen voldoet.

Inhoud

Methoden voor meten, bemonsteren en analyseren

Metingen, bemonsteringen en analyses moeten op een representatieve manier gebeuren. Om te zorgen dat iedere bemonstering en analyse op dezelfde manier gebeurt, zijn standaard normen afgesproken. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) geeft deze standaard normen (de Nen-normen) uit en beheert ze.

Bemonsteren en conserveren

Normen voor bemonstering staan in de NEN-6600-1 en 2. Conservering van genomen monsters vindt plaats volgens de NEN-EN-ISO 5667-3.

Analyseren

De vergunningverlener neemt de normen voor analysemethoden op in de vergunning. Hij doet dit alleen voor de stoffen en parameters waarvoor een emissiegrenswaarde in de vergunning staat. Afhankelijk van de te bepalen parameter is er een NEN-norm voor de analysemethode van die parameter. Het is belangrijk om een analysemethode te koppelen aan de stof en/of parameter. Bij gebruik van verschillende methoden zijn de uitkomsten namelijk niet vergelijkbaar.

Afwijken van de norm

Afwijken van een standaard norm kan door het uitvoeren van een vergelijkend onderzoek. Daarmee kan men aantonen dat de afwijkende methode vergelijkbare resultaten oplevert. De vergunningverlener maakt dit onderzoek in de vergunning mogelijk. Ook schrijft hij de manier waarop men dit moet doen voor in de vergunning.

Wijziging van een norm

Het NNI publiceert nieuwe en gewijzigde normen in de Staatscourant. Om ervoor te zorgen dat altijd de laatste gewijzigde norm van toepassing is neemt de vergunningverlener hiervoor een voorschrift op in de vergunning.

Varianten meten en bemonstering

Er zijn verschillende vormen van meting en monstername of combinaties daarvan. We kennen de volgende:

  1. steekmonster (enkel monster op een specifiek moment)
  2. verzamelmonster (volume proportioneel, gemeten als mengsel verspreid over een vooraf bepaalde hoeveelheid afvalwater)
  3. verzamelmonster (tijd proportioneel, samengesteld in een vooraf bepaalde periode (meestal 24 uur) dat wordt verkregen door deelmonsters die men op basis van geloosd volume neemt)
  4. jaargemiddelde (het gemiddelde van een totaal gemeten concentratie van een stof over een vooraf bepaalde hoeveelheid monsters in een kalenderjaar)
  5. voortschrijdend jaargemiddelde (het gemiddelde van een totaal gemeten concentratie van een stof over een vooraf bepaalde hoeveelheid monsters per jaar (12 maanden), waarbij de nieuwste meting doorlopend de oudste vervangt)

Welke variant het meest geschikt is voor de te vergunnen lozing hangt af van:

  • het doel van de eis (bijvoorbeeld bescherming van het oppervlaktewater)
  • de voor- en nadelen van de methode

Mede bepalend is ook de praktische toepasbaarheid van de methode voor zowel bedrijf als bevoegd gezag. In het informatiedocument voor BBT Lozingseisen Wvo-vergunningen (pdf, 3.3 MB) (NBW 2005-11) staat extra uitleg hierover in paragraaf 3.2.7. en bijlage 5.

Voorschriften in de vergunning

Onder meer door het project MDW wordt het meten en bemonsteren door de lozer niet standaard meer voorgeschreven in de vergunning. In een lozingsvergunning staan wel voorschriften die meting en bemonstering mogelijk maken. Dus dat de lozer de:

  1. juiste voorzieningen voor debietmeting en monstername plaatst
  2. bereikbaarheid van het monsternamepunt waarborgt
  3. monsternamepunt en de monstername voorzieningen goed onderhoud
  4. bewijsstukken van verplicht uitgevoerd onderhoud bewaart
  5. juiste NEN-normen bij meting, bemonstering, analyse en conservering volgt. (Let op: De analysenormen kunnen van invloed zijn op de manier van bemonsteren en conserveren.) en
  6. rapportages aanlevert als deze niet geregeld zijn in de E-PRTR

Er zijn situaties waarbij de vergunningverlener toch nog een meet-, bemonsterings-, en analyseverplichting kan opnemen. Vooral als het gaat om een lozing van stoffen die een grote nadelige invloed op de riolering of het zuiveringtechnisch werk hebben.

In de aanvraag heeft de lozer een indicatie gegeven van de stoffen en hoeveelheden die hij wil lozen. Handhaving zal daarna gericht metingen en bemonsteringen moeten uitvoeren. Om na te gaan of de feitelijke hoeveelheid en samenstelling van het afvalwater voldoet aan de opgelegde lozingseisen. Andere monstername momenten kunnen zijn bij:

  • door handhaving geconstateerde afwijkingen/veranderingen in het (bedrijfs)proces
  • klachten

Vergunningen van bedrijven die vallen onder de E-PRTR/RIE

Er geldt een rechtstreeks werkende meet- en rapportage verplichting als een bedrijf valt onder de werking van de:

  • European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) (artikel 5) of
  • Richtlijn Industriële Emissies (RIE) (artikel 14 en 16)

De E-PRTR regelt alleen de rapportage over jaarvrachten van stoffen en parameters. Eventuele andere noodzakelijke rapportages moet het bevoegd gezag in de vergunning voorschrijven. Voor RIE-bedrijven geldt dat een aantal BBT-conclusies de frequentie van monitoring voorschrijven.

Hoe de vergunningverlener de monitoring van het te lozen afvalwater goed in de vergunning kan vastleggen staat in de REF Monitoring.

U vind meer achtergrond informatie over het Integraal PRTR-verslag op de website van InfoMil.

Taken voor de lozer

Er zijn situaties waarbij de lozer wél verantwoordelijk is voor meten en bemonsteren. Dit hangt af van de wet- en regelgeving waar de lozingsactiviteit onder valt.

Verplichtingen rond meting en bemonstering kunnen:

Algemene regels: maatwerk

Het Activiteitenbesluit kent alleen een meet- en rapportageverplichting voor het:

De andere AMvB's ( Algemene Maatregel van Bestuur) voor het lozen van afvalwater (Besluit lozen buiten inrichtingen en het Besluit lozen afvalwater huishoudens) kennen die verplichting niet. De verplichting tot het kunnen nemen van monsters staat wel bij de diverse lozingsactiviteiten. Dit heeft de handhaver nodig voor controle op de voorschriften.

De meet- en rapportageverplichting bij het telen van gewassen kan men met een maatwerkvoorschrift aanpassen (nul-lozingen). Voor het lozen vanuit RWZI's kan men via maatwerkvoorschriften alleen de lozingsnorm aanpassen. De bemonsteringsfrequentie is bindend.

Belastingwetgeving: zuiverings- en/of verontreinigingsheffing

Voor het bepalen van de zuiverings- en/of verontreinigingsheffing is het uitgangspunt dat bedrijven hun afvalwater dagelijks moeten meten, bemonsteren. De gegevens moet men registreren. In sommige gevallen is dat niet nodig. Het waterschap legt ontheffing van deze dagelijkse verplichting vast in een meetbeschikking.

Administratieve lasten vermindering

De Rijksoverheid werkt aan het verminderen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Zoals bij het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW). De meeste verplichtingen rondom metingen en bemonstering zijn vervallen. De verplichtingen stonden in de:

  • Wet milieubeheer (Wm, artikel 8.12 en 8.13)
  • Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo, artikel 7, lid 4)

Uitgangspunt nu is dat alleen wordt voorgeschreven wat strikt noodzakelijk is. Dit geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om metingen en bemonstering wel op te nemen in de vergunning. Wel moeten hier gegronde redenen voor zijn. Meestal neemt het bevoegd gezag deze verplichting niet meer op. De algemene regels voor lozingen kennen voor een aantal activiteiten deze verplichtingen nog wel.

Een lozer moet wel altijd voldoen aan de lozingseisen. Dat kan leiden tot eigen metingen en bemonsteringen. Een handhaver controleert de vergunning en zal daarom meten en bemonsteren. Dit kan omdat in een vergunning of maatwerkvoorschrift de norm waaraan de lozer moet voldoen is gekoppeld aan een analyse methode.

Op de website van InfoMil vindt u meer achtergrond informatie over het Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW) - project.