Provinciale grondwaterheffing

De grondwaterheffing is een bestemmingsheffing waarvan de opbrengst is geoormerkt ter bekostiging van bepaalde, specifieke uitgaven van de provincie. Het betreft specifieke kosten van het voorkomen en tegengaan van de nadelige gevolgen van onttrekkingen en infiltraties en van onderzoeken in relatie tot het grondwaterbeleid. Jaarlijks brengt deze heffing circa 15 miljoen euro op (voor alle provincies tezamen).

De provinciale grondwatertaken kunnen op basis van artikel 7.7 Waterwet worden gefinancierd uit de provinciale grondwaterheffing. In het Waterbesluit zijn nadere regels voor de heffing opgenomen.

Zowel provincies en waterschappen hebben elk eigen verantwoordelijkheden voor het grondwaterbeheer, echter, de grondwaterheffing kan alleen door de provincie worden opgelegd. Het waterschap zal de door haar gemaakte kosten moeten financieren via de zogenaamde "watersysteemheffing", zoals verankerd in de Waterschapswet (artikel 117 Waterschapswet ). Kosten in verband met de vergunningverlening voor onttrekkingen en infiltraties kunnen via de leges worden geïnd.

De grondwaterheffing moet worden onderscheiden van een andere grondwaterbelasting: de grondwaterbeschermingsheffing die in sommige provincies op grond van de Wet milieubeheer wordt geheven (die is bedoeld ter financiering van specifieke kosten voor het kwalitatieve grondwaterbeheer).

Met de opbrengst van de provinciale grondwaterheffing kunnen kosten worden gefinancierd die verband houden met de in artikel 7.7 van de Waterwet omschreven activiteiten:

  • Het treffen van maatregelen, die direct verband houden met het voorkomen en tegengaan van nadelige gevolgen van grondwaterontrekkingen en infiltraties. In de praktijk gaat het vooral om het voorkomen en tegengaan van schade voor landbouwbedrijven of aan gebouwen. De maatregelen die worden getroffen zijn veelal waterhuishoudkundige herstelmaatregelen, waarvan de kosten niet bij de individuele onttrekker in rekening kunnen worden gebracht (bijv. omdat deze niet meer bestaat) of omdat dit onredelijk zou zijn (bijv. omdat de schade is veroorzaakt over een lange periode waarvoor een watervergunning is verleend). Het komt soms voor dat de herstelmaatregelen worden uitgevoerd door het waterschap en dat het waterschap hiervoor van gedeputeerde staten een bijdrage ontvangt.
  • In verband met voor het grondwaterbeleid noodzakelijke onderzoeken. In artikel 7.2 van het Waterbesluit zijn de bedoelde onderzoeken en de kosten die daarmee verband houden nader omschreven. Deze onderzoeken hebben alle betrekking op het grondwaterregime en de totstandkoming en uitvoering van het regionale waterplan.
  • Het bijhouden van een register voor grondwateronttrekkingen en infiltraties.
  • Als voor schades als gevolg van grondwateronttrekkingen en infiltraties. Deze vergoeding kan door gedeputeerde staten worden toegekend om schade te compenseren die verband houdt met vergunningverlening voor het onttrekken of infiltreren van grondwater. Voorwaarden hiervoor zijn dat de schade redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de benadeelde behoort te blijven en dat een vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.
  • In verband met de uitvoering van artikel 7.19 Waterwet. In dit artikel is de schadevergoedingsregeling opgenomen voor de specifieke situatie dat niet of niet binnen een redelijke termijn is vast te stellen door welke onttrekking de schade aan de onroerende zaak wordt veroorzaakt (tweede lid). Deze schadevergoeding wordt door gedeputeerde staten toegekend. Hetzelfde geldt voor onderzoek ten behoeve van een vordering van schadevergoeding van een benadeelde op een vergunninghouder (eerste lid).

Elementen grondwaterheffing

De belangrijkste elementen uit de grondwaterheffing zijn:

Belastingplicht

De belastingplichtige voor de grondwaterheffing zijn de bij provinciale verordening aan te wijzen houders van inrichtingen of werken, bestemd voor het onttrekken van grondwater.

Heffingsgrondslag

Als grondslag voor de heffing geldt de daadwerkelijk onttrokken hoeveelheid grondwater in kubieke meters. Indien water wordt geïnfiltreerd in de bodem, wordt de geïnfiltreerde hoeveelheid water in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid grondwater. Deze vermindering wordt bij provinciale verordening nader geregeld.

Tarief

De opbrengst mag in beginsel niet meer dan 100% kostendekkend zijn, gelet op het bestemmingskarakter van deze heffing. De geraamde opbrengsten mogen de geraamde kosten niet overschrijden. Het tarief wordt door elke provincie per m3 grondwater vastgesteld.

Vrijstellingen

Op grond van artikel 7.8, tweede lid Waterwet is in het Waterbesluit een aantal vrijstellingen opgenomen voor grondwateronttrekkingen:

  1. Door overheidslichamen in de uitvoering van hun wettelijke taken;
  2. Voor bodemenergiesystemen volgens een gesloten systeem;
  3. Voor een bodem- of grondwatersaneringsproject;
  4. Voor landijsbanen;
  5. Voor de ontwatering of afwatering van gronden;
  6. Door middel van een oevergrondwaterwinning.

De belastingverordening van de provincie kan nadere regels bevatten. Hiervoor wordt naar de specifieke provinciale verordeningen verwezen.