Geen verantwoording groepsrisico wanneer geen verslechtering plaatsgebonden risico

Om te concluderen dat de aanvraag nadelige gevolgen heeft voor het plaatsgebonden risico moet het plaatsgebonden risico veroorzaakt door de vergunde situatie verslechteren door een positief besluit op een vergunningaanvraag. Dit is het geval indien de reeds vergunde activiteiten zodanig veranderen dat dit leidt tot enigerlei toename van het plaatsgebonden risico, dan wel indien nieuwe activiteiten worden aangevraagd waarop artikel 2 van toepassing is.

Als hier geen sprake van is hoeft er ook geen verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.

Relevante overwegingen

2.4.3. Artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder a, van het Bevi ziet op aanvragen betreffende lpg-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit lpg-tankstations milieubeheer, waarvan de doorzet van lpg minder dan 1.500 m3 per jaar bedraagt. De onderhavige aanvraag betreft een dergelijk lpg-tankstation. Artikel 4, vijfde lid, van het Bevi betreft een modificatie van, in geval van een besluit op een aanvraag op een veranderingsvergunning, het toetsingskader als bedoeld in het derde en vierde lid van dit artikel. Dit laat onverlet dat ook ten aanzien van het vijfde lid geldt dat slechts indien wordt voldaan aan de voorwaarde van, in dit geval, de leden drie en vier van dit artikel - te weten dat de aanvraag nadelige gevolgen heeft voor het plaatsgebonden risico - bepaalde afstanden in acht moeten worden genomen en met bepaalde afstanden rekening moet worden gehouden.

2.4.4. Het betreft in het onderhavige geval een inrichting met onder meer een lpg tankstation als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit lpg-tankstations milieubeheer (hierna: het Besluit). Vaststaat, dit is overigens tussen partijen ook niet in geschil, dat de aangevraagde verandering van de vergunning niet zal leiden tot een toename van het plaatsgebonden risico en dat deze resulteert in het opheffen van de saneringssituatie. Daarnaast zijn geen nieuwe activiteiten aangevraagd waarop artikel 2 van het Bevi van toepassing is. De Afdeling is, gelet hierop, van oordeel dat een positief besluit op de aanvraag geen nadelige gevolgen heeft voor het plaatsgebonden risico. Derhalve kan het bestreden besluit niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 4, derde en vierde, lid in samenhang bezien met het vijfde lid, van het Bevi. Het vorenoverwogene in aanmerking nemende mocht, nog daargelaten de vraag of in artikel 12 van het Bevi een grond tot weigering van een milieuvergunning kan zijn gelegen gelet op het bepaalde in dat artikel, het college de verantwoording van het groepsrisico niet bij de besluitvorming betrekken.

Vindplaats:

200806384/1 4 februari 2009 Hoogeveen