Grens van (beperkt) kwetsbaar object/bestemming

Bij een school is het niet onredelijk om de fietsenstalling als referentiemeetpunt te nemen. Uiteindelijk is dit besluit toch nog vernietigd op grond van strijd met 3.2 van de AWB wegens onvoldoende onderzoek naar de mogelijkheid tot vulpuntverplaatsing.

Relevante overwegingen

2.6. Appellante voert aan dat de scholieren zo kort in de fietsenstalling verblijven, dat gelet op artikel 4, tweede lid, van de REVI met dat verblijf geen rekening behoeft te worden gehouden. Daarom, aldus appellante, heeft verweerder bij het meten van de afstand van het schoolterrein tot het LPG-vulpunt ten onrechte de fietsenstalling van de school als referentiepunt genomen.

2.6.1. Verweerder voert aan dat scholieren regelmatig langere tijd in en rondom de fietsenstalling en op het toegangspad naar de fietsenstalling aanwezig zijn.


2.6.2. De Afdeling stelt voorop dat uit artikel 4, tweede lid, aanhef en onder a, van de Revi en de daarbij behorende totstandkomingsgeschiedenis, volgt dat gemeten moet worden tot de grens van het gebied dat bij de school behoort.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de onderhavige fietsenstalling en het bijbehorende toegangspad deel uitmaken van het gebied dat bij het schoolgebouw behoort. Aannemelijk is geworden dat in de onderhavige fietsenstalling en op het bijbehorende toegangspad regelmatig scholieren verblijven. Verweerder heeft bij het bepalen van de grens van het gebied dat bij de school behoort, dan ook terecht het dichtst bij de inrichting gelegen punt van de fietsenstalling met bijbehorend toegangspad als referentiepunt genomen. De beroepsgrond treft geen doel.

Vindplaats: ABRvS 200605428/1 Harlingen, 21 maart 2007