Tweede tranche Activiteitenbesluit

De wijziging van het Activiteitenbesluit tweede tranche van de tweede fase (afvalgerelateerde activiteiten) is op 23 november 2010 in Staatsblad 2010, nr. 781 gepubliceerd. De wijziging is op 1 januari 2011 in werking getreden.

Inrichtingen onder het Activiteitenbesluit

Het gaat bij dit wijzigingsbesluit om activiteiten betreffende autodemontage, metaalrecycling, kunststofrecycling, kunststofverwerking (zoals extrusie), archiefvernietiging, opslag van oud papier en textiel, bunkerstations binnenvaart, opslag van groenafval, op- en overslag van afval en bedrijven waarin genoemde activiteiten worden gecombineerd. Dit wijzigingsbesluit wijzigt ook het Besluit omgevingsrecht (Bor). Dit betreft onder meer wijzigingen in de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten (Bijlage 1 van het Bor).

Verder wordt voor een aantal activiteiten eerst een reguliere omgevingsvergunning vereist alvorens de algemene regels van toepassing zijn. Het gaat enerzijds om activiteiten waarvoor een milieueffectbeoordeling vereist is en anderzijds om activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een lokale toets moet uitvoeren, die bepaalt of een inrichting zich mag vestigen op de beoogde locatie. Nadat deze reguliere vergunning is verleend zijn op de activiteit de algemene regels van het Activiteitenbesluit van toepassing. Als laatste worden in dit wijzigingsbesluit Gedeputeerde Staten (tijdelijk) aangewezen als bevoegd gezag ten aanzien van algemene regels voor inrichtingen als bedoeld in categorie 28.4 of 28.5 van Bijlage 1, onderdeel C van het Bor.

Voor vergunningplichtige bedrijven die vanaf 1 januari 2011 onder het Activiteitenbesluit vallen, loopt het overgangsrecht over het algemeen drie jaar, tot 1 januari 2014 (zie artikel 6.1 Activiteitenbesluit). Daarbij geldt als voorwaarde dat de voorschriften van die vergunning vallen binnen de bevoegdheid van het bevoegd gezag tot het stellen van maatwerkvoorschriften op basis van het Activiteitenbesluit.

De belangrijkste wijzigingen voor geluid zijn:

Artikel 1.11 :

  • Bij de melding wordt een akoestisch onderzoek gevoegd indien in de buitenlucht metalen in bulk worden overgeslagen of in de buitenlucht metalen mechanisch worden bewerkt.
  • Bij de melding wordt een akoestisch onderzoek gevoegd indien de melding betrekking heeft op zuiveringstechnische werken als bedoeld in categorie 27.3 van onderdeel C, bijlage 1, bij het Besluit omgevingsrecht. Dit akoestisch onderzoek geeft tevens een beschrijving van het LAr,LT op de zonegrens en op geluidsgevoelige objecten binnen de zone.
  • Bij de melding wordt een akoestisch onderzoek gevoegd indien airbags of gordelspanners worden geneutraliseerd door deze te ontsteken.

Artikel 2.22 :

  • Het geluid door uitrukken van motorvoertuigen voor gladheidsbestrijding is toegevoegd aan artikel 2.22. Hierdoor blijft dit geluid bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau LAmax buiten beschouwing.

Artikel 6.14 :

  • Artikel 6.14 is gecorrigeerd zodat het geen loos artikel meer is. De maatwerkmogelijkheid geldt voor de inrichtingen waarvoor op grond van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid werd toegepast en dit na 1 december 2002, tot het tijdstip van de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit, werd gedoogd.

Artikel 2.2a en artikel 5.13b Besluit omgevingsrecht:

  • Voor het oprichten, het veranderen of het veranderen van de werking of het in werking hebben van zuiveringstechnische werken, als bedoeld in categorie 27.3 van onderdeel C van bijlage I, is een omgevingsvergunning vereist. De omgevingsvergunning wordt met een reguliere voorbereidingsprocedure voorbereid en geweigerd als niet aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder kan worden voldaan.