Wijziging Subsidieregeling sanering verkeerslawaai V

Per 1 december 2014 is de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014) gewijzigd. Dit is gebeurd via de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/235889, tot wijziging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (Scrt. 2014. nr. 31998).

Toelichting bij het wijzigingsbesluit:

"In 2000 is er op grond van hoofdstuk 3 van de Wet stedelijke vernieuwing een investeringsbudget in het leven geroepen, genaamd Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Op basis hiervan kon de Minister aan gemeenten een investeringsbudget verstrekken ten behoeve van de uitvoering van het gemeentelijke beleid inzake stedelijke vernieuwing. Als onderdeel van het investeringsbudget is vanaf 2003 in totaal ruim 310 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de aanpak van woningen op hun A-lijst. De woningen op de A-lijst zijn de woningen die in de jaren ‘90 zijn geïnventariseerd en toen een geluidsbelasting van 65 tot 70 dB(A) hadden. 2014 is het laatste jaar waarin gemeenten op grond van het ISV-3 nog middelen ontvangen voor sanering van dezeA-lijst. Vanaf 2015 is het de bedoeling dat voor de sanering van A-lijst woningen weer subsidie kan worden aangevraagd via het reeds bestaande regime van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) en de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (Ssv). Op dit moment is een wijziging van artikel 126, tweede lid, van de Wgh in voorbereiding die dat mogelijk maakt.

Tot deze wijziging een feit is, is het echter wenselijk om gemeenten in staat te stellen lopende projecten af te ronden en te faciliteren bij de sanering van de resterende A-lijst woningen. Zo ontstaat er geen vertraging in de uitvoering, omdat gemeenten pas medio 2015 weten of ze in aanmerking komen voor een subsidie.
D
e regeling houdt in dat gemeenten een budget kunnen aanvragen waarmee ze hetzij een al lopend ISV-project kunnen afmaken, dan wel nog een nieuw project kunnen starten. Bij het vaststellen van de regeling was een bedrag van ruim 10 miljoen euro beschikbaar. Inmiddels is gebleken dat door de gemeenten meer aanvragen zijn ingediend. Gelet op het belang van deze regeling is daarom besloten het plafond te verhogen tot € 13.500.000,–."